Federal Reserve voert tweede renteverlaging door naar 3,75%-4,00% te midden van economische onzekerheid

Op 29 oktober 2025 heeft de Federal Open Market Committee (FOMC), het monetaire beleidsorgaan van de Amerikaanse Federal Reserve, besloten tot een tweede opeenvolgende verlaging van het belangrijkste rentetarief. De commissie verminderde het referentietarief met 25 basispunten. Hierdoor kwam de nieuwe doelbandbreedte te liggen tussen 3,75% en 4,00%. Deze stap werd breed verwacht door financiële analisten en is bedoeld om de onderliggende economische activiteit te ondersteunen. Het besluit weerspiegelt de delicate evenwichtsoefening van de Fed tussen het afzwakken van het banenmomentum en de aanhoudende, zij het enigszins verhoogde, inflatoire druk.

De verklaring van de FOMC gaf aan dat, hoewel het werkloosheidspercentage tot en met augustus laag bleef, het tempo van de banengroei dit jaar aantoonbaar is vertraagd. Recente indicatoren bevestigen deze afkoelende trend op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd is de inflatie sinds het begin van het jaar gestegen en blijft deze boven de langetermijndoelstelling van de Fed van 2%. Als onderdeel van een belangrijke beleidswijziging kondigde de commissie formeel de beëindiging aan van kwantitatieve verkrapping (quantitative tightening) – de vermindering van haar effectenbezit. Dit wordt van kracht op 1 december en duidt op een verschuiving naar een meer accommoderend financieel klimaat.

Fed-voorzitter Jerome Powell lichtte de complexe factoren toe die de besluitvorming beïnvloedden. Hij merkte op dat het traject van de economie aanzienlijk wordt vertroebeld door de aanhoudende sluiting van de overheid (government shutdown), wat leidde tot vertragingen bij de publicatie van cruciale economische indicatoren. Powell noemde ook de impact van de handelstarieven van president Donald Trump als een bijdragend element aan de opwaartse druk op de inflatie. Hij uitte zijn bezorgdheid over het toenemende potentieel voor een verzwakking van de arbeidsmarkt, wat volgens hem proactieve maatregelen vereist om stabiliteit te behouden.

Ondanks de huidige renteverlaging waarschuwde Powell dat een verdere verlaging in december geen “uitgemaakte zaak” is. Dit komt door uiteenlopende standpunten binnen de leden van de commissie. De interne verdeeldheid over de juiste koers werd duidelijk in de stemming: 10 van de 12 gouverneurs steunden de verlaging. Echter, Stephen Miran pleitte voor een grotere vermindering van 50 basispunten, terwijl Jeffrey Schmid stemde tegen elke wijziging van het tarief. Dit onderstreept de meningsverschillen over het meest geschikte pad voorwaarts.

Deze beleidsherschikking had onmiddellijk gevolgen voor de activamarkten. Grote digitale activa kenden een merkbare krimp na Powells opmerkingen over toekomstige verlagingen. Bitcoin (BTC) stabiliseerde rond $111.500, na een daling in de voorgaande 24 uur, terwijl Ethereum (ETH) onder de drempel van $4.000 zakte. De marktreactie suggereerde dat, hoewel de renteverlaging zelf was ingeprijsd, de onderliggende economische kwetsbaarheid die door Powell werd benadrukt, beleggers aanzette tot een herbeoordeling van hun onmiddellijke risicoblootstelling. Deze beleidswijziging zet een versoepelingscyclus voort die in september begon, na een periode waarin de tarieven gelijk bleven. De huidige doelbandbreedte van 3,75% tot 4,00% is het laagste niveau dat we sinds 2022 hebben gezien.