De Amerikaanse Senaat heft de Caesar-sancties tegen Syrië op na regimeverandering; onderhandelingen in het Huis duren voort

Er heeft zich in Washington een opmerkelijke beleidswijziging voltrokken met betrekking tot Syrië. Op 10 oktober 2025 stemde de Senaat van de Verenigde Staten namelijk voor de intrekking van de sancties die waren ingesteld onder de Caesar Syria Civilian Protection Act, een wet die in 2019 werd aangenomen. Deze cruciale stap, die geïntegreerd werd in de National Defense Authorization Act (NDAA), kwam voort uit de machtswisseling in Syrië na de val van het regime van President Bashar al-Assad in december 2024. Het besluit sluit direct aan bij de richtlijn van President Donald Trump om het merendeel van de beperkingen op te heffen, met als doel het herstel te bespoedigen.

De stemming in de Senaat was overtuigend, met een uitslag van 77 stemmen voor en 20 tegen. Dit toont de brede consensus aan om een einde te maken aan maatregelen die door veel wetgevers werden gezien als een onrechtvaardige collectieve straf voor het Syrische volk. De waarnemende regering van Syrië, onder leiding van President Ahmed al-Sharaa, heeft deze beslissing met open armen ontvangen, aangezien zij dit beschouwt als een essentiële impuls voor de economische wederopbouw. De steun van de Senaat, mede dankzij de inspanningen van Congreslid Suhas Subramanyam, markeert een duidelijke verschuiving in het Amerikaanse beleid: van het in bedwang houden van het land naar het actief bevorderen van stabilisatie.

Toch is het wetgevingsproces nog niet definitief afgerond. Het initiatief ligt momenteel ter beoordeling bij het Huis van Afgevaardigden, waar de onderhandelingen tussen de twee kamers voortduren. Op 31 oktober 2025 had het Huis nog geen stemming gehouden, hoewel men verwacht dat er in de komende weken een besluit zal vallen. Bepaalde wetgevers blijven hun bezorgdheid uiten over de duurzaamheid van de nieuwe regering en de mate waarin zij zich inzet voor mensenrechten. Zij verwijzen hierbij naar recente interconfessionele botsingen die plaatsvonden in regio’s zoals Suwayda.

De omvang van de uitdagingen die voor Syrië liggen, is gigantisch. De wederopbouw vereist een ongekende inspanning. Volgens schattingen van de Wereldbank, gepubliceerd op 21 oktober 2025, bedragen de kosten voor het herstel van Syrië ongeveer 216 miljard dollar (USD). Dit astronomische bedrag is bijna tien keer zo groot als het verwachte bruto binnenlands product (BBP) van Syrië voor 2024. Het weerspiegelt de vernietiging van bijna een derde van het bruto vaste kapitaal dat het land bezat vóór het conflict.

De infrastructuur blijkt de zwaarst getroffen sector te zijn. Deze is goed voor 48 procent van de totale schade, wat neerkomt op een geschatte 52 miljard dollar aan vernietiging. De totale kosten voor het herstellen van alle beschadigde fysieke activa variëren, volgens conservatieve schattingen, tussen de 140 miljard en 345 miljard dollar. Dit benadrukt de diepte van de crisis en de noodzaak van internationale financiering om het land weer op te bouwen.

Tom Barrack, de Amerikaanse ambassadeur voor Syrië, heeft benadrukt dat de intrekking van de Caesar Act de weg vrijmaakt voor een van de meest omvangrijke wederopbouwinspanningen sinds de periode na de Tweede Wereldoorlog in Europa. Het welslagen van dit ambitieuze project hangt af van twee cruciale factoren: het bereiken van overeenstemming binnen het Congres en het vermogen van de nieuwe Syrische leiders om bestuurlijke betrouwbaarheid te tonen. Dit laatste is essentieel om het benodigde internationale kapitaal en de hulpstromen aan te trekken en zo de stabiliteit te waarborgen.