Evolutie van Sumerisch Schrift: Van Pictogrammen naar Syllabisch Cuneiform Systeem

Bewerkt door: Vera Mo

De oorsprong van de menselijke schriftcultuur ligt bij de Sumerische beschaving, die zich rond 3500 voor Christus vestigde in Neder-Mesopotamië, het huidige zuiden van Irak. De groei van vroege stedelijke centra zoals Uruk, Ur, Lagash en Eridu creëerde een administratieve noodzaak voor een verfijnd systeem om middelen en bureaucratie te beheren. De eerste aantoonbare bewijzen van deze schrijfkunst dateren van circa 3400 voor Christus in Uruk, waar het zich manifesteerde als een pictografisch schrift. Elk symbool was een gestileerde weergave van een fysiek object of concept, primair gebruikt voor het registreren van inventarissen van goederen zoals vee en granen.

De beperkingen van deze strikt logografische aanpak werden snel duidelijk; de figuratieve tekens waren ontoereikend om de nuances van abstract denken, waaronder werkwoorden of temporele aanduidingen, over te brengen. Om deze tekortkomingen te overwinnen, begonnen Sumerische schriftgeleerden aan een transformatie die leidde tot de ontwikkeling van het spijkerschrift, genoemd naar de wigvormige afdrukken die de stilus in de klei achterliet. Een vroege Uruk-tablet, gecatalogiseerd rond 3200 voor Christus, toont nog duidelijke picturale kenmerken binnen zijn proto-spijkerschriftstructuur. Aanvankelijk vertegenwoordigden tekens hele woorden, vaak verduidelijkt door onuitgesproken determinatieven, zoals dingir om een godheid aan te duiden, om dubbelzinnigheid op te lossen.

Een fundamentele methodologische sprong vond plaats tussen 3000 en 2900 voor Christus met de implementatie van het fonografische principe, waarbij tekens begonnen te functioneren als weergaven van fonetische lettergrepen. Deze syllabische basis was essentieel om de volledige complexiteit van de Sumerische taal te transcriberen, inclusief grammaticale vervoegingen. Deze verfijning maakte de vastlegging van complexe verhalen mogelijk, waarvan het Epos van Gilgamesj, gedocumenteerd rond 2100-2000 voor Christus, een prominent voorbeeld is. De ontcijfering van het spijkerschrift, mede dankzij het werk van geleerden als Georg Friedrich Grotefend en Henry Creswicke Rawlinson met de Behistun-inscriptie, heeft het begrip van de menselijke geschiedenis fundamenteel veranderd.

De beheersing van dit schrift werd formeel geïnstitutionaliseerd in opleidingscentra bekend als de é-dubba, het 'huis van het schrijven'. Archeologische vondsten uit Nippur illustreren het veeleisende curriculum van deze schrijverscholen, waar leerlingen technieken aanleerden, nomenclatuurlijsten memoriseerden en modelteksten oefenden. Rond 2000 voor Christus, na de val van de Derde Dynastie van Ur (Ur III), transformeerde de Sumerische taal van een gesproken volkstaal naar een geleerde taal, vergelijkbaar met het gebruik van Latijn in Europa. Het cuneiforme systeem bleek flexibel en werd overgenomen door opeenvolgende Mesopotamische culturen, zoals de Akkadiërs rond het midden van het 3e millennium voor Christus, die de fonetische toepassingen uitbreidden. Gedurende zijn geschiedenis, van de 31e eeuw voor Christus tot het vroege Gemene Tijdperk, verminderde het aantal initiële tekens van circa 1.500 naar ongeveer 600, wat wijst op een constante verfijning gedreven door administratieve en linguïstische vereisten.

Bronnen

  • Futura

  • Futura

  • Résolu :Décris l'évolution du pictogramme au signe cunéiforme _ b. Quel changement essentiel app

  • Déchiffrements en cours : Proto-cunéiforme et premières écritures de Mésopotamie par C. Lecompte - YouTube

  • Code de Ur-Nammu - Encyclopédie de l'Histoire du Monde - World History Encyclopedia

  • Sumérien - Wikipédia

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.