Tweede Zonnestorm van December 2025 Veroorzaakt Matige Geomagnetische Verstoring

Op de avond van 10 december 2025 registreerde de aarde de aanvang van een geomagnetische storm van de G2.3-klasse, wat duidt op een 'medium' intensiteit. Deze verstoring volgde op de aankomst van een plasma-ejectie afkomstig van de zon en was de tweede significante gebeurtenis in een reeks van twee grote ejecties die tussen 7 en 8 december 2025 van de zon kwamen, aldus rapportages van de Laboratoria voor Zwaartekrachtastrofysica van IKI RAN en ISF SO RAN.

Eerdere wetenschappelijke focus lag op de eerste ejectie, gekoppeld aan een M8.1-vlam, waarvan men grotendeels verwachtte dat deze de aarde zou ontwijken. De daaropvolgende impact werd echter veroorzaakt door een onverwacht snelle en dichte plasma-ejectie, voortkomend uit de enige X1.1-klasse zonnevlam die in december werd waargenomen, welke op 8 december uitbarstte. Deze X1.1-vlam veroorzaakte tevens aanzienlijke radio-interferentie, die op diezelfde dag het R3 (sterk) niveau bereikte boven Australië en Oost-Azië. De inslag van deze plasmawolk resulteerde in een duidelijke reactie in het aardmagnetisch veld, zichtbaar als een helder oplichtende polaire ovaal.

Specialisten van de zwaartekrachtastrofysica laboratoria identificeerden de primaire inslagzone boven Scandinavië, met een notitie dat de rand van het getroffen plasmagebied gebieden omvatte, waaronder de zuidwestelijke delen van Rusland, voordat de verstoring verder trok richting Canada. Deskundigen merkten op dat een ernstigere geomagnetische gebeurtenis werd vermeden doordat de aarde slechts marginaal werd geraakt door de rand van de uitgestoten plasmoïde, ondanks de G2.3-classificatie. Eerdere voorspellingen voor 9-10 december voorzagen een G2-G3 storm die niet materialiseerde, wat de grillige aard van de zonneactiviteit in december 2025 benadrukt.

Deze gebeurtenis onderstreept de inherente onvoorspelbaarheid van de huidige zonneactiviteit, die zich momenteel nabij de voorspelde piek van Zonnecyclus 25 bevindt. Onderzoekers van de genoemde laboratoria benadrukten dat de baan van het plasma van de X1.1-vlam niet accuraat werd weergegeven in de bestaande ruimteweiermodellen, wat de precisie van langetermijnvoorspellingen bemoeilijkt. De Zonnecyclus 25 Voorspellingspanel had aanvankelijk een afgevlakte maximum van 115 zonnevlekken geprojecteerd voor juli 2025, terwijl observaties sinds 2020 wijzen op een significant sterkere activiteit.

G2-niveau stormen worden geassocieerd met mogelijke, zij het meestal beheersbare, effecten op technologische infrastructuur, zoals tijdelijke storingen in satelliet-, GPS- en radiocommunicatiesystemen. Het KNMI in Nederland houdt dergelijke zonne-uitbarstingen en hun effecten nauwlettend in de gaten om de Nederlandse overheid en vitale sectoren voor te bereiden. Voor personen die als ruimtegevoelig worden gecategoriseerd, adviseerden experts op de ochtend van 11 december om fysieke en emotionele inspanningen tijdens de eerste helft van de dag te beperken en hydratatie te prioriteren vanwege de resterende magnetische effecten.

In een bredere astronomische context trekt ook de interstellaire komeet 3I/ATLAS, ontdekt op 1 juli 2025, de aandacht. Metingen met het ALMA-observatorium toonden recordhoge concentraties van methaan en cyanide aan, met een methaanuitstoot van 40 kg per seconde. Harvard-astrofysicus Avi Loeb opperde dat anomalieën in de baan en chemische samenstelling van 3I/ATLAS kunnen wijzen op een technologisch artefact, hoewel de meerderheid van de wetenschappers het object als natuurlijk classificeert. De maximale nadering van 3I/ATLAS tot de aarde is voorzien voor 19 december 2025 op circa 270 miljoen kilometer.