Op 26 oktober 2025 werd in Kuala Lumpur, Maleisië, een staakt-het-vurenovereenkomst ondertekend tussen Thailand en Cambodja. Dit historische moment markeerde de beëindiging van een bitter grensconflict dat eind juli 2025 was losgebarsten. De ceremonie vond plaats onder persoonlijk toezicht van de Amerikaanse president Donald Trump, tijdens de 47e top van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN). Deze diplomatieke doorbraak was het resultaat van een vastberaden interventie die de regionale spanningen omzette in een kans voor herstel van het evenwicht.
De kern van de bereikte overeenkomst vereist een onmiddellijke en onvoorwaardelijke stopzetting van alle vijandelijkheden langs de betwiste grens. De strijdende partijen kwamen overeen om zware wapens en landmijnen uit het grensgebied te verwijderen. Een essentieel onderdeel van het vredesmechanisme is de oprichting van een monitoringgroep onder auspiciën van ASEAN, waarvan het voorzitterschap wordt bekleed door de Maleisische premier Anwar Ibrahim. Deze waarnemersgroep zal toezien op de naleving van het staakt-het-vuren.
Naast de militaire afspraken, stemden beide landen ermee in zich te onthouden van het verspreiden of promoten van valse informatie. Dit is bedoeld om “een klimaat te scheppen dat bevorderlijk is voor vreedzame dialoog.”
Het document voorziet tevens in de lancering van maatregelen voor humanitaire hulp aan de burgerbevolking die gedwongen werd hun huizen te verlaten. Een verdere belangrijke concessie was de toezegging van Thailand om 18 Cambodjaanse krijgsgevangenen vrij te laten.
De escalatie die in juli begon, was kort maar buitengewoon destructief. Vijf dagen van intense confrontaties leidden tot de dood van minstens 38 mensen en de ontheemding van meer dan 300.000 inwoners. Dit conflict vindt zijn oorsprong in langdurige territoriale geschillen, met name rond de Preah Vihear tempel, die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat.
De houding van de Amerikaanse leider speelde een doorslaggevende rol in deze paradigmaverschuiving. President Trump had eerder economische druk uitgeoefend door te dreigen met de invoering van 36 procent tarieven op goederen uit beide landen indien de vijandelijkheden zouden voortduren. Later, na een initieel bestand op 28 juli, formaliseerden de VS ook een grote handelsovereenkomst met Cambodja en een mineraalovereenkomst met Thailand, wat resulteerde in een verlaging van de invoerrechten voor beide naties van 49 procent naar 19 procent.
De Cambodjaanse premier Hun Manet prees de aanpak van de Amerikaanse president en noemde deze “vooruitziende en innovatieve diplomatie”. Eerder, op 7 augustus, had Hun Manet president Trump al voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede, als erkenning voor zijn bijdrage aan de bevordering van vrede. Donald Trump zelf verklaarde tijdens de ceremonie dat hij “graag oorlogen stopt” en bestempelde de overeenkomst als “historisch”.
Er is echter ook een tegengeluid over deze overeenkomst. Hu Yin Hui, universitair hoofddocent Internationale en Strategische Studies aan de Universiteit van Maleisië, merkte op dat elke deal tussen de landen “eerder symbolisch dan substantieel” zou zijn.
Het conflict tussen Thailand en Cambodja laaide op vanwege verschillende grenstempels, betwist door de onduidelijke territoriale afbakening die in 1907 werd uitgevoerd door de Franse koloniale bestuurders van Cambodja. De overeenkomst die Trump in Kuala Lumpur aankondigde, gaat niet in op de details van dit territoriale geschil, dat al decennialang tot talrijke gewelddadige uitbarstingen heeft geleid.
