Op de vroege ochtend van 20 oktober 2025 werd de internationale logistieke sector opgeschrikt door een ernstig incident op de Internationale Luchthaven van Hongkong. Een vrachtvliegtuig van het type Boeing 747-400BDSF, dat vlucht EK9788 uitvoerde vanuit Dubai, kwam hard neer en schoot vervolgens door van de noordelijke landingsbaan (07L) de zee in. Dit toestel werd geëxploiteerd door de Turkse luchtvaartmaatschappij AirACT, in opdracht van Emirates SkyCargo, en was betrokken bij een ongeval dat wereldwijd de aandacht trok.
Het noodlottige voorval vond plaats rond 3:50 uur lokale tijd. Volgens gegevens van vluchtvolgplatform Flightradar24 raakte het vliegtuig, dat op het moment van de impact met het water nog een snelheid van ongeveer 49 knopen had, van de markeringen af. Het zware toestel was circa 5000 voet (ongeveer 1524 meter) voorbij het drempelpunt van de baan gereden toen het in botsing kwam met een dienstwagen op het terrein. De gevolgen waren onmiddellijk en fataal: het voertuig, waarin twee medewerkers van de grondafhandeling zaten, werd de zee in gesleurd. Een van hen overleed ter plaatse, terwijl de tweede medewerker later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen bezweek.
De vier bemanningsleden die zich aan boord van de 'Jumbo Jet' bevonden, konden gelukkig worden gered. Zij werden met lichte verwondingen naar het ziekenhuis gebracht voor medische verzorging. De evacuatie van de cockpitbemanning verliep via de noodglijbanen aan de linkerkant van het toestel. Een belangrijk detail dat door het Departement van Burgerluchtvaart werd benadrukt, is dat de piloten geen noodsignaal hebben uitgezonden. Dit wijst erop dat de kritieke noodsituatie zich zeer plotseling en onverwacht heeft ontwikkeld, zonder voorafgaande waarschuwing.
De autoriteiten van Hongkong zijn onmiddellijk gestart met een grondig en veelomvattend onderzoek om de exacte oorzaken van de crash te achterhalen. Hierbij wordt onder meer gekeken naar factoren zoals de weersomstandigheden en de staat van het baanoppervlak ten tijde van de landing. Hoewel de noordelijke baan tijdelijk buiten gebruik is gesteld voor de berging van het vrachtvliegtuig, heeft de luchthavenleiding verzekerd dat de dagelijkse operaties nauwelijks hinder ondervinden. De luchthaven verwerkt meer dan 1000 vluchten per dag, maar dankzij de continue werking van de twee overige landingsbanen kon de dienstregeling gehandhaafd blijven.
De tragische dood van twee grondmedewerkers, terwijl de bemanning van het vliegtuig de ramp overleefde, vestigt de aandacht op de kwetsbaarheid van het personeel dat essentieel is voor het luchtverkeer op de luchthavens. Dit incident dient als een scherpe herinnering aan de noodzaak om de veiligheidsprotocollen opnieuw te beoordelen, met name op het snijvlak van menselijke interactie en complexe, zware technologie. Het is tevens niet de eerste keer dat een dergelijk ongeval plaatsvindt in Hongkong: in 1993 schoot een andere Boeing 747 eveneens door de baan het water in, al vielen er destijds geen slachtoffers te betreuren.