De politieke onrust op Madagaskar bereikte eind september 2025 een kookpunt, met name in de hoofdstad Antananarivo. Massale jeugdprotesten vormden de directe aanleiding voor de crisis. Vanaf 25 september gingen burgers de straat op, gedreven door de aanhoudende problemen met de basisvoorzieningen, waaronder de chronische uitval van zowel elektriciteit als drinkwater. Deze demonstraties transformeerden razendsnel van klachten over nutsvoorzieningen naar de roep om ingrijpende bestuurlijke hervormingen, waarbij de beweging inspiratie putte uit eerdere jeugdopstanden in landen als Nepal en Marokko.
De escalatie van de spanningen had tragische gevolgen. Volgens gegevens van de Organisatie der Verenigde Naties (OVN) vielen er minstens 22 bevestigde doden en raakten honderden mensen gewond tijdens confrontaties met de veiligheidstroepen. In een poging de gemoederen te bedaren, ontbond President Andry Rajoelina op 29 september zijn kabinet en stelde hij Premier Christian Ntsay aan als hoofd van een tijdelijke administratie. Deze concessie bleek echter onvoldoende om de protestgolf te stoppen; de demonstranten hielden vast aan hun eis dat de president onmiddellijk zou aftreden.
Het conflict bereikte op 12 oktober 2025 een kritiek stadium. Een elite-eenheid van de strijdkrachten van Madagaskar, de AKATPS, weigerde de bevelen van de regering op te volgen en schaarde zich openlijk achter de demonstranten. Dit verzet resulteerde in de feitelijke inname van de hoofdstad. De volgende dag, 13 oktober, stemde het lagerhuis van het parlement, de Nationale Assemblee, met 130 stemmen voor de afzetting van Rajoelina. Dit gebeurde ondanks het feit dat de president eerder had geprobeerd dit orgaan te ontbinden. De presidentiële administratie bestempelde de zitting en de stemming onmiddellijk als ongrondwettelijk.
In de nacht van 14 oktober verliet President Andry Rajoelina het land. Rajoelina, die naar verluidt ook de Franse nationaliteit bezit, weigerde formeel af te treden. Hij verklaarde dat hij was vertrokken om zijn leven te beschermen, uit angst voor een moordaanslag die volgens hem beraamd werd door een factie binnen het leger. Later op 14 oktober maakte Kolonel Michael Randrianirina, namens de AKATPS-eenheid, officieel bekend dat het leger de macht had overgenomen. Alle staatsinstellingen werden ontbonden, met uitzondering van het lagerhuis van het parlement. De militaire leiders beloofden snel werk te maken van de vorming van een burgerregering.
Ondertussen probeerde de nieuwe leiding van de strijdkrachten de rust te herstellen. Generaal Demosthenes Pikoulas, die op de voorgaande zondag met steun van de minister van Strijdkrachten tot nieuwe chef van de generale staf was benoemd, verzekerde het publiek dat de veiligheidstroepen eendrachtig samenwerkten om de openbare orde in de staat te handhaven.