Een uitzonderlijke archeologische vondst in Tsjechië heeft een fascinerend inzicht gegeven in het leven van een jager-verzamelaar uit de Steentijd, die ongeveer 30.000 jaar geleden leefde. Archeologen hebben een zeldzame verzameling van 29 stenen werktuigen ontdekt, die vermoedelijk deel uitmaakten van de persoonlijke uitrusting van een jager uit het Gravettien-tijdperk. De gereedschapskist, gevonden op de vindplaats Milovice IV, biedt een uniek venster op de dagelijkse overlevingsstrategieën, technologische vaardigheden en mobiliteit van onze voorouders tijdens de IJstijd.
De ontdekking, gedaan door onderzoekers van de Tsjechische Academie van Wetenschappen in Brno, omvat diverse stenen artefacten, zoals messen en punten. Deze werden waarschijnlijk gebruikt voor de jacht, het villen van dieren en het bewerken van hout. Analyse van de werktuigen toont intensief gebruik aan, met veel versleten bladen die tekenen vertonen van bevestiging aan handvatten. Sommige punten vertonen breuken of microscopische sporen van impact, wat suggereert dat ze als projectielen werden gebruikt, mogelijk als pijlpunt of speerpunt. Het onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Paleolithic Archaeology.
Wat deze vondst bijzonder maakt, is de manier waarop de gereedschappen zijn aangetroffen: zorgvuldig gerangschikt alsof ze nog steeds in een leren of huiden buidel zaten die inmiddels is vergaan. Dit staat in contrast met de gebruikelijke verspreide resten die men vaak op archeologische vindplaatsen aantreft. De context van Milovice IV, met sporen van haarden en botten van paarden en rendieren, dateert de bezetting van de site tussen 29.550 en 30.250 jaar geleden, wat het plaatst in de Midden/Late Gravettien-periode.
De herkomst van de gebruikte materialen vertelt een boeiend verhaal over prehistorische mobiliteit en handelsnetwerken. Een aanzienlijk deel van de vuurstenen werktuigen is afkomstig uit glaciale afzettingen die zich op minstens 130 kilometer ten noorden van de vindplaats bevinden. Andere materialen, komen uit West-Slowakije, ongeveer 100 kilometer naar het zuidoosten. Dit suggereert dat de jager deze materialen ofwel zelf verzamelde tijdens lange reizen, ofwel verkreeg via uitwisseling met andere groepen, wat wijst op een aanzienlijk bereik en mogelijke sociale netwerken.
De onderzoekers merken op dat veel van de werktuigen gerecycled of hergebruikt werden uit oudere stukken. Dit, samen met het zorgvuldige gebruik van zelfs kleine, gebroken stukken steen, duidt op een economische omgang met grondstoffen, mogelijk door schaarste tijdens jacht- of migratietochten. Deze strategie van hergebruik en reparatie onderstreept de vindingrijkheid en het aanpassingsvermogen van deze vroege mensensoorten om te overleven in de uitdagende omstandigheden van de IJstijd.
De vondst van deze persoonlijke gereedschapskist biedt een zeldzame inkijk in de dagelijkse praktijken, de jachttechnieken, de verwerking van huiden en de strategieën voor grondstofbeheer van de Gravettien-jager-verzamelaars, en verrijkt ons begrip van hun ingenieuze overlevingsmethoden.