Archeologen in Burgenland, Oostenrijk, hebben monumentale aardwerkcirkels ontdekt die meer dan 6.500 jaar oud zijn. Deze structuren, bekend als Kreisgrabenanlagen, dateren uit de Midden-Neolithische periode (4850-4500 v.Chr.) en zijn daarmee ouder dan Stonehenge en de piramides van Gizeh. De site nabij Rechnitz toont vier monumentale cirkelvormige omheiningen, waarvan drie zijn geïdentificeerd als Kreisgrabenanlagen, elk met een diameter van meer dan 100 meter. Deze werden waarschijnlijk gebruikt voor gemeenschappelijke bijeenkomsten, rituelen of astronomische observaties, wat wijst op geavanceerde sociale en culturele praktijken van Neolithische gemeenschappen. Twee Neolithische nederzettingen zijn ook op de site aangetroffen: één uit het Vroege Neolithicum, die de verschuiving naar een sedentair agrarisch leven aantoont, en een andere uit het Midden-Neolithicum, gelijktijdig met de aardwerkcirkels. Opgravingen hebben kuilen, paalgaten en aardewerkfragmenten aan het licht gebracht, die inzicht bieden in het dagelijks leven van deze vroege boeren.
De ontdekking van drie van deze monumentale structuren die dicht bij elkaar liggen, maakt het gebied van Rechnitz tot een belangrijk regionaal centrum uit het Midden-Neolithicum. Meer dan 120 van dergelijke cirkelvormige grachtensystemen zijn reeds in Centraal-Europa gevonden, vaak bestaande uit één tot vijf concentrische cirkels, omringd door houten palen. De precieze functie van deze structuren blijft echter een mysterie, hoewel theorieën variëren van astronomische observatoria tot rituele centra of verdedigingswerken. De archeologische opgravingen zijn bedoeld om de betekenis van de site verder te onderzoeken en deze voor te bereiden op publieke toegang. Er zijn plannen voor een archeologisch bezoekerscentrum met reconstructies en educatieve programma's om het prehistorische verleden van Europa toegankelijk te maken.
De analyse van bodemmonsters en archeologische vondsten, zoals aardewerkfragmenten, zal meer informatie verschaffen over de oorsprong van het agrarische land en de onderliggende geologie. Dit onderzoek draagt bij aan een dieper inzicht in de sociale organisatie en de architectonische vooruitgang van Neolithische gemeenschappen in Europa.