Tsjechische archeologen hebben een buitengewone ontdekking gemeld: honderden gouden en zilveren munten, sieraden en bronzen voorwerpen, aangetroffen in het noordelijke deel van de regio Plzeňský kraj. Deze schat, die dateert van ongeveer de 6e tot de 1e eeuw voor Christus, is onlosmakelijk verbonden met de Keltische cultuur van de ijzertijd, specifiek de periode die bekend staat als de La Tène-periode. Hoewel de opgravingen al in 2021 van start gingen, hebben de onderzoekers pas in 2025 een cruciale fase afgerond en de eerste resultaten aan het grote publiek gepresenteerd.
Jan Maržík, directeur van het Archeologisch Instituut van de Tsjechische Academie van Wetenschappen, benadrukte dat de primaire doelstelling van het project was om "de mobiele archeologische vondsten te redden die direct bedreigd werden door de activiteiten van illegale schatgravers, landbouwactiviteiten en natuurlijke erosie." Vanwege deze dreiging wordt de exacte locatie van de vindplaats strikt geheimgehouden. Archeologen vrezen dat het publiceren van de coördinaten ongewenste, illegale zoekers zou aantrekken.
Op basis van de teruggevonden artefacten lijkt de locatie geen permanente nederzetting te zijn geweest, maar eerder een seizoensgebonden handelscentrum of marktplaats waar Kelten uit diverse regio's bijeenkwamen. Archeoloog David Daneček suggereerde dat de vondsten waarschijnlijk per ongeluk door mensen verloren zijn gegaan. Kleine munten en sieraden kunnen gemakkelijk uit zakken zijn gevallen tijdens intensieve handels- of ruiltransacties.
Daneček opperde tevens dat de aangetroffen fragmenten van gouden en zilveren staven mogelijk werden gebruikt als betaalmiddel, vergelijkbaar met vroege vormen van geld. Een andere hypothese is dat deze waardevolle metalen onder toezicht stonden van een lokale leider die de commerciële transacties faciliteerde en controleerde.
De schat omvat onder meer miniatuur, fijn geslagen munten voorzien van afbeeldingen van dieren, bronzen sluitingen, spelden, armbanden, hangers en een klein beeldje van een paard. Bijzonder waardevol zijn de gouden voorwerpen uit de Hallstatt-periode. Deze sieraden wijzen op een oudere culturele laag, die voorafging aan de La Tène-beschaving.
Dit samenspel van tijdperken stelde de onderzoekers in staat om te reconstrueren hoe de economische en ambachtelijke tradities in Centraal-Europa zich gedurende meerdere eeuwen hebben ontwikkeld en getransformeerd.
Daniel Stranik, archeoloog bij het Museum en de Galerie van Noord-Plzeň, onderstreepte het internationale belang van de ontdekking. Hij stelde: "Onder de gouden en zilveren munten bevinden zich types die voorheen onbekend waren in de wetenschap. Deze vondst zou onze inzichten in de ontwikkeling van de Keltische muntproductie in Bohemen kunnen herzien." De analyse van de metaallegering en de munttechniek zal helpen bij het identificeren van de productiecentra en de handelsnetwerken tussen de Keltische stammen in Centraal-Europa.
Voor de documentatie van de artefacten werden moderne, niet-invasieve methoden ingezet, zoals 3D-scanning, stratigrafische opnamen en chemisch-spectrale analyse van de legeringen. Dit minimaliseerde de verstoring van de culturele laag en waarborgde de context van de vondsten. Elk seizoen keerden de archeologen terug naar de site om de stratigrafie te verfijnen en nieuwe gegevens te verzamelen over de ruimtelijke structuur van de oude markt.
Een deel van de collectie is reeds te bezichtigen in het Museum Mariánská Týnice, een historisch centrum in de regio dat voorheen een cisterciënzerklooster en bedevaartsoord huisvestte. Directeur Pavel Kodera merkte echter op dat "slechts een fractie van de vondsten wordt tentoongesteld. De meest unieke stukken blijven veilig opgeslagen en zullen pas na afronding van de volledige wetenschappelijke evaluatie worden gepubliceerd."
Historici benadrukken dat de Kelten, in tegenstelling tot de populaire misvattingen, niet uitsluitend aan de westelijke rand van Europa leefden. Ze bevolkten actief de gebieden van het huidige Tsjechië, Duitsland, Oostenrijk en de Balkan. Hun cultuur heeft een aanzienlijke stempel gedrukt op het archeologische landschap van de regio, variërend van versterkte oppida tot rituele schatvondsten, zoals deze.
Deze recente ontdekking verrijkt niet alleen de collectie van Tsjechische archeologische musea, maar biedt ook een zeldzame kans om het economische en spirituele leven van de Kelten te bestuderen zonder de verstoringen die roofopgravingen met zich meebrengen. Deze 'geheime markt', verscholen in de groene heuvels van de Plzeňský kraj, fungeert als een sleutel tot het begrijpen van een van Europa's meest raadselachtige culturen – een cultuur die ambacht, handel en sacrale tradities van de ijzertijd verenigde.