Tijdens renovatiewerkzaamheden op de Plaza Juan Ruiz de Castroviejo in het Spaanse Lucena, uitgevoerd in het kader van het staatsprogramma ter bevordering van werkgelegenheid (PFEA), deden archeologen een opmerkelijke ontdekking. Deze vondst wordt nu al beschouwd als een van de meest cruciale in de stad van de afgelopen decennia. Bij de grondwerken kwam een eeuwenoude begraafplaats uit de laat-Romeinse periode aan het licht. Dit is nu het oudste archeologisch bevestigde object dat ooit in het centrum van Lucena is aangetroffen.
De grafstructuur had een rechthoekige vorm en was vakkundig opgetrokken uit steen, baksteen en kalkmortel. Binnenin troffen de onderzoekers menselijke resten aan van minstens zes, en mogelijk zelfs acht, individuen. Twee skeletten, die van een man en een vrouw, waren bijna volledig intact bewaard gebleven. Ze lagen parallel aan elkaar, met de handen gevouwen op de borst, een typische begrafeniswijze.
Onder en nabij hun voeten werden schedels en botten gevonden van eerdere begrafenissen. Dit waren vermoedelijk de overblijfselen van oudere familieleden die opzij waren geschoven om ruimte te maken voor de nieuwe lichamen. Volgens archeoloog Daniel Botella, die de leiding heeft over de opgravingen, wijzen de aard van de constructie, de afmetingen van de platen en de kwaliteit van het metselwerk erop dat het hier ging om een familiecrypte die toebehoorde aan een welgestelde familie.
Voorlopig onderzoek dateert de begrafenis rond de 6e eeuw, wat overeenkomt met de periode van de Late Oudheid. In die tijd bestonden er op het grondgebied van het huidige Lucena nog Romeinse plattelandskernen. De historische betekenis van deze ontdekking is enorm, aangezien het de geschiedenis van de stad herschrijft.
Tot op heden dateerde het vroegste archeologische bewijs binnen de stadsgrenzen uit de 9e eeuw en werd het in verband gebracht met een vroege Joodse gemeenschap. De nieuwe graftombe verschuift de grens van de bewoning van dit gebied met bijna vier eeuwen terug in de tijd. De onderzoekers veronderstellen dat de crypte deel uitmaakte van een kleine necropolis, gelegen nabij een Romeinse villa. Als deze hypothese wordt bevestigd, zou dit de plek kunnen zijn waar de eerste nederzettingen ontstonden waaruit Lucena later is gegroeid.
Aangezien de begraafplaats zich direct op de aanleglijn van de nieuwe technische infrastructuur bevond, was het onmogelijk om deze ter plaatse te laten. In overleg met de Junta de Andalucía is daarom besloten de tombe zorgvuldig te demonteren en over te brengen naar het Gemeentelijk Museum van Lucena. Elk constructie-element wordt nauwkeurig genummerd en gedocumenteerd. Er wordt een tekening op schaal 1:10 gemaakt en fotogrammetrische kartering uitgevoerd, zodat de oorspronkelijke structuur in het museum exact gereconstrueerd kan worden. Tegelijkertijd wordt er een driedimensionaal model gecreëerd, dat de basis zal vormen voor een toekomstige audiovisuele reconstructie van de tentoonstelling.
Burgemeester Aurelio Fernández benadrukte dat de lokale autoriteiten alles in het werk zullen stellen om dit belangrijke monument te behouden, zelfs als dit de voltooiing van de renovatie van het plein enigszins vertraagt. Hij onderstreepte dat deze ontdekking niet alleen het historische erfgoed van de stad verrijkt, maar de inwoners ook een diepere band met hun eigen verleden laat voelen. De laat-Romeinse crypte van de Plaza Juan Ruiz de Castroviejo fungeert als een archeologische sleutel tot de oudste hoofdstukken van de geschiedenis van Lucena, en toont aan hoeveel onontdekte lagen van het verleden nog verborgen liggen onder de straten van de stad.
