Een recent onderzoek van Stanford Medicine, gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences, suggereert dat het aanhouden van de permanente standaardtijd beter is voor de volksgezondheid dan de halfjaarlijkse klokveranderingen van de zomertijd.
Onder leiding van Lara Weed en professor Jamie Zeitzer, een expert op het gebied van psychiatrie en gedragswetenschappen, modelleerden de onderzoekers de effecten van drie tijdsbeleidslijnen: permanente standaardtijd, permanente zomertijd en de huidige praktijk van tweemaaljarige wisselingen. De bevindingen wijzen uit dat zowel permanente standaardtijd als permanente zomertijd gezonder zijn dan de huidige methode, waarbij permanente standaardtijd de grootste voordelen biedt voor de meerderheid van de bevolking. Verstoringen van het circadiaan ritme, de interne biologische klok die slaap en metabolisme reguleert, worden in verband gebracht met gezondheidsproblemen zoals beroertes en obesitas.
De studie schat dat permanente standaardtijd jaarlijks ongeveer 300.000 gevallen van beroertes zou kunnen voorkomen en de prevalentie van obesitas met 0,78% zou kunnen verminderen in de Verenigde Staten. Dr. Zeitzer benadrukt het cruciale belang van blootstelling aan ochtendlicht voor een gezond circadiaan ritme, aangezien ochtendlicht de biologische klok versnelt, terwijl avondlicht deze vertraagt. Meer ochtendlicht is over het algemeen gunstig voor de synchronisatie met een 24-uurs cyclus.
Hoewel voorstanders van permanente zomertijd wijzen op voordelen zoals langere avonden, werd een proef met deze regeling in 1974 gestaakt vanwege publieke ontevredenheid over de donkere winterochtenden. Medische en slaaporganisaties, waaronder de American Academy of Sleep Medicine, pleiten voor het hele jaar door standaardtijd vanwege de theoretische gezondheidsvoordelen. De studie hield ook rekening met individuele factoren zoals chronotype (de natuurlijke aanleg om een ochtend- of avondmens te zijn) en geografische locatie. Vroege vogels, die ongeveer 15% van de bevolking uitmaken, zouden mogelijk meer baat hebben bij permanente zomertijd vanwege hun kortere interne circadiaanse cycli.
Dr. Zeitzer erkent dat real-world factoren zoals ploegendiensten en schermgebruik de lichtblootstelling en circadiaanse ritmes kunnen beïnvloeden. Hij merkt op dat veel mensen minder dan 5% van hun dag buiten doorbrengen, wat de voordelen van elk tijdsbeleid zou kunnen verminderen. De studie van Stanford Medicine biedt dus data die de potentiële gezondheidsvoordelen van permanente standaardtijd ondersteunen, wat suggereert dat deze beter aansluit bij de menselijke biologie en de volksgezondheid kan verbeteren. Een verstoord circadiaan ritme kan leiden tot slaapstoornissen, vermoeidheid en verminderde prestaties, wat het belang van een consistente tijdsregeling onderstreept.
Het RIVM heeft in Nederland ook geconcludeerd dat het het hele jaar door aanhouden van de standaardtijd gunstiger is voor de volksgezondheid dan de zomertijd, mede door de betere aansluiting op het bioritme van de mens en een vroegere zonsopkomst.