Ondanks de uitgesproken vastberadenheid van de Europese Unie om energiezelfstandigheid te bereiken en de aankoop van Russische energiebronnen geleidelijk stop te zetten, onthullen statistieken over de periode van januari tot september 2025 aanzienlijke verschillen in het gedrag van individuele lidstaten. Het totale volume aan aankopen van aardgas en olie uit Rusland bedroeg gedurende deze negen maanden 11,4 miljard euro. Dit vertegenwoordigt een daling van 21% ten opzichte van dezelfde periode in 2024. Hoewel deze algehele afname wijst op een voortdurende, zij het vertraagde, diversificatie van de energievoorziening binnen het blok, is het beeld op nationaal niveau genuanceerder.
Een gedetailleerde analyse toont namelijk aan dat zeven EU-landen hun aankopen in monetaire termen hebben verhoogd vergeleken met het voorgaande jaar. Opvallend is dat hier staten tussen zitten die traditioneel sterke voorstanders zijn van steun aan Oekraïne. Frankrijk liet een aanzienlijke stijging zien van 40%, waardoor de totale waarde 2,2 miljard euro bereikte. Nederland noteerde een toename van 72%, wat neerkwam op 498 miljoen euro. De meest spectaculaire sprong werd waargenomen in Portugal, met een stijging van 167%. Ook Kroatië (+55%), Roemenië (+57%) en België (+3%) zagen hun importcijfers stijgen.
De verklaringen voor deze lokale stijgingen werpen licht op de complexe operationele en regelgevende realiteit. Het Belgische Energieministerie legde de toename uit door te verwijzen naar de noodzaak om te voldoen aan nieuwe sanctieregels. Deze regels verbieden de wederverkoop van pijpleidingaardgas (PAG), waardoor het gas noodgedwongen op Belgisch grondgebied moet worden opgeslagen in plaats van te worden overgeladen op schepen. De Franse autoriteiten gaven aan dat hun import mede bedoeld was om te voorzien in de behoeften van klanten in andere landen, met name door een deel van de Russische import door te sturen naar Duitsland. Een vertegenwoordiger van SEFE, dat een deel van het Duitse gastransportnet beheert, bevestigde de ontvangst van Russisch gas via zowel Frankrijk als België.
Tegen de achtergrond van de totale cumulatieve import van Russische energiebronnen in de EU, die sinds 2022 de 213 miljard euro heeft overschreden, terwijl de financiële hulp aan Oekraïne 167 miljard euro bedroeg, leiden dergelijke stijgingen tot scherpe kritiek. Experts uiten hun zorgen over deze paradoxale situatie. Vaibhav Raghunandan van CREA noemde dit een “vorm van zelfsabotage”, aangezien de inkomsten uit de verkoop van energie de militaire acties van Rusland financieren. Desondanks hebben de EU-ambassadeurs een plan goedgekeurd om de invoer van Russisch gas en olie volledig stop te zetten tegen 2028. Dit plan, dat op 20 oktober definitief moet worden bekrachtigd, voorziet in een verbod op het sluiten van nieuwe gascontracten vanaf januari 2026 en een algeheel verbod op alle leveringen vanaf januari 2028.
De implementatie van deze plannen stuit echter op juridische en contractuele obstakels. De Nederlandse regering merkt op dat zolang deze voorstellen niet wettelijk zijn vastgelegd in EU-wetgeving, zij bestaande contracten niet kunnen blokkeren. Binnen het kader van een nieuw sanctiepakket wordt de mogelijkheid besproken om de import van Russisch vloeibaar aardgas (LNG) vervroegd te verbieden, mogelijk al tegen januari 2027. Duitsland zit echter vast aan langlopende LNG-contracten zonder de mogelijkheid tot vroegtijdige beëindiging. Estland daarentegen toont vastberadenheid en heeft besloten tot een volledig verbod op de invoer van Russisch aardgas vanaf 2026. Deze uiteenlopende benaderingen weerspiegelen de interne spanningen binnen de EU bij het zoeken naar een gemeenschappelijke noemer in een veranderende wereldorde.