Een Amerikaanse districtsrechter heeft een tijdelijk verbod uitgevaardigd tegen de Trump-administratie, waarmee een bezuiniging van 233 miljoen dollar op subsidies voor terrorismebestrijding en noodhulp wordt stopgezet. De beslissing volgde op een rechtszaak aangespannen door elf staten en het District of Columbia, die beweerden dat de herverdeling van fondsen politiek gemotiveerd was en juridisch onhoudbaar.
De rechter, Mary S. McElroy, omschreef het proces als "slordig" en suggereerde dat het in strijd was met de Administrative Procedure Act, die willekeurige beslissingen van de overheid verbiedt. De rechtszaak, geleid door Illinois, stelt dat het Department of Homeland Security (DHS) en de Federal Emergency Management Agency (FEMA) subsidies moeten toekennen op basis van objectieve, risicogebaseerde criteria zoals voorgeschreven door het Congres, en niet op basis van binnenlandse beleidsverschillen. De tijdelijke verbod is bedoeld om de status quo te handhaven, zodat de fondsen beschikbaar blijven in afwachting van de uitkomst van de zaak.
Het Homeland Security Grant Program (HSGP), opgericht in 2003, is een cruciaal programma dat lokale, staats- en federale overheidsinstanties financiert voor de aanschaf van surveillanceapparatuur, wapens en trainingen om de veiligheid te verhogen. Het programma is bedoeld om de voorbereiding op, preventie van, reactie op en herstel na terroristische aanslagen en andere dreigingen te verbeteren. De oorspronkelijke toewijzingen voor het fiscale jaar 2025 bedroegen 459 miljoen dollar, maar werden door het DHS teruggebracht tot 226 miljoen dollar. Dit resulteerde in aanzienlijke kortingen voor sommige staten, zoals een vermindering van 69% voor Illinois en 79% voor New York.
De juridische strijd zal waarschijnlijk draaien om de vraag of het DHS willekeurig en onredelijk heeft gehandeld. De uitkomst van deze zaak kan verstrekkende gevolgen hebben voor de toekomstige verdeling van federale subsidies en de discretionaire bevoegdheid van de uitvoerende macht op dit gebied. De timing van de bezuinigingen, vlak voor het einde van het fiscale jaar en kort na een eerdere rechterlijke uitspraak van U.S. District Judge William E. Smith die de Trump-administratie verbood om DHS-fondsen in te houden vanwege immigratiegerelateerde voorwaarden voor andere staten, benadrukt de urgentie van de situatie. De betrokkenheid van meerdere staten en de mogelijke beroepen bij hogere rechtbanken wijzen op een potentieel langdurig juridisch conflict.
De rechterlijke uitspraak dient als een belangrijke correctie op de uitvoerende macht, met name wat betreft de herverdeling van door het Congres goedgekeurde fondsen. De snelle uitvaardiging van het tijdelijke verbod, samen met de kritische bewoordingen van de rechter over het "slordige" proces, duidt op een gerechtelijke scepsis ten aanzien van de rechtvaardiging van de bezuinigingen door de regering. De zaak zal waarschijnlijk verder worden gevoerd met verdere juridische argumenten en mogelijke beroepen.
Homeland Security Assistant Secretary Tricia McLaughlin had eerder verklaard dat staten die federale immigratiehandhaving belemmeren, geen federale financiering zouden moeten ontvangen, wat de houding van de administratie weerspiegelt. Deze verklaring biedt cruciale context voor de motivatie van de administratie voor de financieringsbezuinigingen.