In New York, tijdens de 80e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, hebben de ministers van Buitenlandse Zaken van de G7-landen hun diepe bezorgdheid geuit over recente Russische schendingen van het NAVO-luchtruim. In een gezamenlijke verklaring op 23 september 2025, bestempelen zij deze acties als onacceptabel en een bedreiging voor de internationale veiligheid.
De ministers bevestigden hun onwrikbare steun aan een "sterk, onafhankelijk en welvarend Oekraïne" en bespraken verdere economische sancties tegen Rusland, inclusief maatregelen tegen derde landen die Moskou ondersteunen. De verklaring volgt op een reeks incidenten die de spanningen in Oost-Europa verder hebben doen oplopen.
Op de nacht van 10 september 2025 zouden minstens 19 Russische gevechtsvliegtuigen de Poolse grens hebben overschreden, waarna ze door NAVO-straaljagers werden onderschept. Op 13 september werden Poolse en geallieerde NAVO-straaljagers gealarmeerd vanwege Russische MiG-31's met uitgeschakelde transponders die de Poolse exclusieve economische zone in de Baltische Zee naderden, wat een schending van de veiligheid inhield. Op dezelfde dag werd in Roemenië een Russisch vliegtuig onderschept dat het luchtruim van het land schond tijdens een aanval op Oekraïne. Op 19 september meldde de Poolse grenswacht dat twee Russische straaljagers de Poolse grens naderden, en het Estse ministerie van Buitenlandse Zaken riep de Russische ambassadeur op het matje na een schending van het Estse luchtruim door drie Russische MiG-31's, die daar twaalf minuten verbleven.
De G7-ministers benadrukten hun voortdurende inzet om samen te werken aan een duurzame vrede en de soevereiniteit van Oekraïne te waarborgen. Zij bevestigden hun intentie om de samenwerking met de Verenigde Staten op te voeren voor het verstrekken van betrouwbare veiligheidsgaranties aan Kyiv. De besprekingen omvatten ook de mogelijke oplegging van aanvullende economische sancties tegen Rusland en tegen landen die de Russische economie ondersteunen.
De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) waarschuwde Rusland dat zij "alle noodzakelijke militaire en niet-militaire middelen, in overeenstemming met het internationale recht, zal inzetten voor zelfverdediging en afschrikking tegen alle dreigingen vanuit alle richtingen". NAVO-opperbevelhebber generaal John Grimes benadrukte dat de bondgenoten hun langetermijnverplichtingen jegens Oekraïne niet zullen ontlopen. Deze incidenten worden gezien als onderdeel van een patroon van toenemend onverantwoordelijk Russisch gedrag, dat escalerend werkt, miscalculaties riskeert en levens in gevaar brengt.
De NAVO heeft als reactie hierop de operatie "Eastern Sentry" gelanceerd om de aanwezigheid langs de gehele oostflank te versterken. Het Russische ministerie van Defensie ontkent de schendingen en stelt dat de vluchten plaatsvonden boven neutrale wateren van de Baltische Zee. Estland daarentegen, vertegenwoordigd door minister van Buitenlandse Zaken Margus Tsahkna, beschuldigde Rusland van leugens en presenteerde bewijsmateriaal. Deze tegenstrijdige verklaringen onderstrepen de voortdurende informatieoorlog rondom de gebeurtenissen. De gezamenlijke veroordeling door de G7-ministers en de versterkte steun aan Oekraïne signaleren een verenigd front tegen de als destabiliserend ervaren acties van Rusland. De incidenten dienen als een duidelijke herinnering aan de veiligheidsrisico's waarmee de regio wordt geconfronteerd, en de G7 blijft zich inzetten voor de soevereiniteit en veiligheid van Oekraïne.