De James Webb Space Telescope (JWST) heeft met zijn geavanceerde infraroodinstrumenten ongekende beelden vastgelegd van de Sagittarius B2 (Sgr B2) moleculaire wolk, de meest massieve en actieve regio voor stervorming in onze Melkweg. Deze waarnemingen bieden een dieper inzicht in de processen van stervorming in extreme omgevingen en helpen te verklaren waarom Sgr B2 zo productief is. Sgr B2 bevindt zich op slechts enkele honderden lichtjaren van Sagittarius A*, het supermassieve zwarte gat in het centrum van de Melkweg. Deze regio is dichtbevolkt met sterren, stervormende wolken en complexe magnetische velden. De infraroodsensoren van Webb kunnen door de dichte gas- en stofwolken heen kijken, waardoor jonge sterren en het warme stof rondom hen zichtbaar worden. De Near-Infrared Camera (NIRCam) en het Mid-Infrared Instrument (MIRI) van Webb hebben details onthuld die voorheen onzichtbaar waren.
Een van de meest opvallende ontdekkingen zijn de donkere gebieden binnen Sgr B2. Deze lijken leeg, maar bestaan uit extreem dicht gas en stof dat zelfs het krachtige infraroodlicht van Webb blokkeert. Deze dichte wolken vormen het ruwe materiaal voor toekomstige sterren en bieden bescherming aan jonge sterren die nog niet helder genoeg zijn om te schijnen. Adam Ginsburg, hoofdonderzoeker van het project aan de Universiteit van Florida, benadrukt de revolutionaire aard van de data: "Webb's krachtige infraroodinstrumenten bieden details die we nog nooit eerder hebben kunnen zien, wat ons zal helpen enkele van de nog ongrijpbare mysteries van massale stervorming te begrijpen en waarom Sagittarius B2 zoveel actiever is dan de rest van het galactische centrum."
De waarnemingen van Webb tonen aan dat de regio bekend als Sagittarius B2 North een van de meest molecuulrijke omgevingen is die ooit is waargenomen, en dat met een ongekende helderheid. De MIRI-beelden laten de regio zien in middellange infraroodgolflengten, waar warm stof intens gloeit. Alleen de helderste sterren zijn sterk genoeg om als blauwe puntjes door de dichte wolken heen te schijnen. Interessant is dat Sgr B2, ondanks dat het slechts ongeveer 10% van het gas in het galactische centrum bevat, verantwoordelijk is voor de vorming van 50% van de sterren in dat gebied. Dit suggereert dat er een efficiënter proces van stervorming plaatsvindt dan elders in de Melkweg. Wetenschappers hopen dat de analyse van Webb's gegevens zal helpen om deze ongelijkheid te verklaren en de fundamentele processen van stervorming in extreme kosmische omgevingen beter te begrijpen.
De gegevens van Webb, verkregen met 14 filters die een bereik van 1,5 tot 25 micron bestrijken, hebben een gelaagde en sterk gestructureerde wolk onthuld die zowel een zichtbare, laag-extinctie populatie van massieve sterren als een verborgen, hoog-extinctie populatie bevat. De James Webb Space Telescope, een samenwerking tussen NASA, ESA en CSA, blijft de grenzen van onze kennis verleggen en onthult de verborgen wonderen van het universum.