De James Webb-telescoop legt de planetaire nevel 'Rode Spin' vast: de laatste adem van een stervende ster

Bewerkt door: Uliana S.

JWST-afbeelding van Red Spider Nebula (NGC 6537). Beeldcredit: ESA/Webb, NASA & CSA, JWST.

De James Webb-ruimtetelescoop (JWST) heeft opnieuw een indrukwekkende prestatie geleverd door een verbluffende opname te maken van de nevel NGC 6537, beter bekend als de 'Rode Spin'. Dit hemellichaam is een planetaire nevel, wat de laatste evolutionaire fase markeert van een ster die vergelijkbaar is met onze eigen Zon. De beelden, vastgelegd met de Near-Infrared Camera (NIRCam), verschaffen ongekende visuele informatie over de slotmomenten van de ster. Nadat de ster was opgezwollen tot een rode reus, stootte zij haar buitenste lagen de ruimte in.

The Red Spider Nebula (NGC 6537), Hubble-beeld, 2001. Beeldcredit: NASA/ESA/Hubble

De gedetailleerdheid van deze nieuwe infraroodopname is opmerkelijk. De nevel vertoont twee uitgestrekte lobben die de 'poten' van de spin vormen. Elk van deze structuren strekt zich uit over een afstand van ongeveer drie lichtjaren. Deze lobben, die op de foto blauw zijn weergegeven, bestaan uit moleculaire waterstof (H2). In het hart van de nevel hebben wetenschappers de centrale ster geïdentificeerd. In het infrarood ziet deze ster er rood uit, wat contrasteert met haar zwakke, blauwe verschijning op optische beelden, zoals die van de Hubble-telescoop. De ster wordt omgeven door een deken van heet stof, dat vermoedelijk in een schijfstructuur roteert.

Bijschriften: Beeldvermelding: ESA/Webb, NASA, CSA, J. H. Kastner (Rochester Institute of Technology)

Astrofysici, waaronder specialisten van het Europees Ruimteagentschap (ESA), blijven het centrum van de 'Rode Spin' onderzoeken op zoek naar aanwijzingen voor een mogelijke tweede component – een begeleidende ster. De aanwezigheid van zo'n ster zou een verklaring kunnen bieden voor de complexe symmetrie van de uitstoot en het kenmerkende 'S'-vormige patroon. Dit patroon, dat zichtbaar is als een paarse stroom, wordt vermoedelijk veroorzaakt door geïoniseerde ijzeratomen. Het ontstaat wanneer een snelle straalstroom vanuit de centrale ster botst met materiaal dat eerder is uitgestoten.

Historisch gezien kregen dergelijke objecten de naam 'planetaire nevels' vanwege een misvatting van vroege astronomen, die hun ronde vorm ten onrechte aanzagen voor planeten. Vanuit wetenschappelijk oogpunt biedt het observeren van het einde van een Zon-achtige ster ons een blik op de mogelijke toekomst van ons eigen hemellichaam. De planetaire nevel-fase duurt slechts enkele tienduizenden jaren, wat deze opnamen van onschatbare waarde maakt als 'fossiel bewijs' van de dynamiek en late evolutie van sterren.

De beelden die de JWST vastlegt, vereisen een geavanceerde verwerking, aangezien de telescoop in het infraroodbereik werkt en gebruikmaakt van valse kleuren om onzichtbare data te visualiseren. Onderzoek wijst uit dat dergelijke gebeurtenissen het interstellaire medium verrijken met zware elementen, die essentieel zijn voor de vorming van nieuwe generaties sterren en planeten. Door de kinematica van de uitstoot in de 'Rode Spin'-nevel te bestuderen, kunnen modellen voor stellaire evolutie nauwkeuriger worden gemaakt, met name de snelheid waarmee materie wordt uitgestoten tijdens de asymptotische reuzentakfase.

Bronnen

  • Media Indonesia - News & Views -

  • Merdeka.com

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.