Een omvangrijke bosbrand heeft het departement Aude in Zuid-Frankrijk geteisterd, waarbij meer dan 16.000 hectare aan vegetatie is verwoest. Deze brand, die wordt omschreven als de grootste in Frankrijk sinds 1949, heeft geleid tot het overlijden van één persoon en de verwonding van dertien anderen, waaronder elf brandweerlieden. De vlammen verspreidden zich met een snelheid van 5,5 kilometer per uur, wat de inspanningen van de bijna 2.000 brandweerlieden die ter plaatse waren om de brand te bestrijden, bemoeilijkte.
De Franse premier François Bayrou noemde de situatie een "ongekende catastrofe", en schreef de ramp toe aan de gevolgen van klimaatverandering en de aanhoudende droogte in de regio. De brand, die woedt in het Corbières-massief nabij Narbonne, heeft geleid tot de tijdelijke sluiting van de snelweg A9, een cruciale verbinding tussen Frankrijk en Spanje. Ongeveer 2.500 huishoudens kampen met stroomuitval, en twee campings moesten worden geëvacueerd, waardoor ongeveer 500 mensen hun toevlucht elders moesten zoeken. De Europese Unie heeft hulp aangeboden, waarbij de Europese Commissie president Ursula von der Leyen haar steun betuigde aan Frankrijk en de inzet van rescEU-middelen aankondigde om de branden onder controle te krijgen. Wetenschappers waarschuwen dat klimaatverandering de frequentie en intensiteit van hittegolven en droogte verergert, waardoor de regio kwetsbaarder wordt voor bosbranden. Dit wordt verder versterkt door het verdwijnen van wijngaarden die voorheen als natuurlijke brandgangen fungeerden. De impact van dergelijke branden reikt verder dan de directe verwoesting; het heeft ook gevolgen voor de infrastructuur, zoals de elektriciteitssector, waar rook en as de lucht kunnen ioniseren en een pad kunnen creëren weg van hoogspanningslijnen. De langetermijngevolgen voor de regio, die afhankelijk is van toerisme, zijn aanzienlijk, met schattingen die wijzen op een daling van 40% in inkomsten voor de horecasector na de branden van vorig jaar. Er zijn plannen voor herbebossing met soorten die beter bestand zijn tegen klimaatgerelateerde bedreigingen, waaronder bosbranden, om de veerkracht van de bossen te vergroten.