Nationale Bodemmicroflora Atlas van Denemarken Onthult 82 Procent Nieuwe Soorten

Onderzoekers uit Denemarken en daarbuiten hebben een monumentaal project, genaamd Microflora Danica, succesvol afgerond. Dit initiatief heeft geleid tot de creatie van 's werelds eerste nationale atlas van bodembacteriën. Bij dit baanbrekende onderzoek werden meer dan 140.000 verschillende soorten geïdentificeerd. Een opvallende bevinding is dat maar liefst 82 procent van deze ontdekte soorten voorheen onbekend was voor de wetenschap. De inspiratie voor dit moderne onderzoeksproject is duidelijk ontleend aan het historische Flora Danica-project uit 1752, toen botanici zich toelegden op het in kaart brengen van wilde plantensoorten in het koninkrijk.

De resultaten van dit diepgaande werk werden gepubliceerd in het vooraanstaande wetenschappelijke tijdschrift Nature. Deze publicatie is het eindproduct van vijf jaar intensieve DNA-analyse. De onderzoekers baseerden zich op meer dan 10.000 bodemmonsters die verspreid over heel Denemarken waren verzameld. Professor Mads Albertsen van de Universiteit van Aarhus, de hoofdauteur van de studie, benadrukt dat dit werk een cruciale basis legt. Het stelt wetenschappers in staat om de invloed van deze microscopische levensvormen op vitale processen te onderzoeken, zoals de kwaliteit van het water en de opname van broeikasgassen. Microflora Danica functioneert nu als een digitale encyclopedie, waar geleerden voortdurend nieuwe informatie over de functies, eigenschappen en interacties van deze organismen kunnen toevoegen.

Aan het onderzoek waren diverse wetenschappers van de Universiteit van Aarhus verbonden, waaronder professor Per Halkjær Nielsen, naast professor Mads Albertsen. De analyse wees uit dat de hoogste concentraties bacteriële soorten zich bevonden in landbouwgebieden en stedelijke parken. Hoewel deze door de mens beïnvloede zones een rijkdom aan soorten lieten zien, was de samenstelling van de soorten verrassend uniform. In schril contrast hiermee vertonen ongerepte natuurgebieden, ondanks een lager aantal soorten per individueel monster, een significant hogere algehele biodiversiteit (gamma-diversiteit). Dit komt door de sterke variatie in de soorten die zelfs op kleine, naburige percelen te vinden is.

Professor Carsten Suhr Jacobsen lichtte toe dat ongeveer 80 procent van de nieuw gecatalogiseerde bacteriën nog steeds geen wetenschappelijk toegewezen ecologische functie bezit. De verzamelde data hebben directe implicaties voor het aanpakken van hedendaagse milieu-uitdagingen, met name in het licht van de landgebruiksveranderingen in Denemarken. Micro-organismen spelen immers een sleutelrol in de koolstof- en stikstofcycli en beïnvloeden de uitstoot van gassen zoals methaan. Een beter inzicht in de dominante bacteriën in specifieke zones biedt een stevigere basis voor besluitvorming over het onttrekken van landbouwgrond ten behoeve van natuurherstel.

De omvangrijke dataset, die 10.686 volledige genomen metagenomen en 449 datasets van 16S en 18S rRNA omvat, biedt een fundament voor het beantwoorden van fundamentele vragen binnen de microbiële ecologie. Professor Albertsen benadrukte dat dit overzicht een kans biedt om positieve maatschappelijke impact te genereren. Dit komt doordat micro-organismen al breed worden toegepast in de productie van huishoudelijke artikelen, bier en in de voedingsindustrie. Als eerbetoon aan de lokale vindplaatsen zijn meer dan duizend nieuwe bacteriesoorten vernoemd naar de locaties waar ze werden ontdekt, zoals Hadersleviella of Rungstediana. Hiermee krijgt de atlas een onmiskenbaar lokaal tintje. Het project ambieert een openbaar toegankelijke database te worden die wereldwijd nuttig is, waarmee de traditie van het systematiseren van natuurkennis, die in de 18e eeuw begon, wordt voortgezet.