Wetenschappers hebben goud verhit tot ongeveer 19.000 Kelvin, wat 14 keer boven het normale smeltpunt van goud ligt, zonder dat het metaal vloeibaar wordt. Dit baanbrekende experiment, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, tart een decennia-oude natuurkundige theorie. Het onderzoeksteam, onder leiding van Bob Nagler van het SLAC National Accelerator Laboratory en Tom White van de University of Nevada, Reno, gebruikte extreem snelle röntgenlaserpulsen om een dunne gouden folie te verhitten.
Het proces, dat plaatsvindt in femtoseconden (biljoensten van een seconde), was cruciaal. De ongekende snelheid van de verhitting voorkwam dat de kristallijne structuur van het goud instortte, waardoor het in vaste vorm bleef. Deze ontdekking, die de theoretische limiet van de 'entropiecatastrofe' lijkt te omzeilen, biedt een nieuwe methode voor het meten van extreme temperaturen en inzichten in exotische materietoestanden in planeten en sterren. De gebruikte techniek, die ultrafast röntgenonderzoek combineert met laserpulsen via de Linac Coherent Light Source (LCLS) op SLAC, maakt het mogelijk om de dynamische gedragingen van materialen onder extreme omstandigheden te bestuderen, met implicaties voor geavanceerde materialen, technologie en fundamentele natuurkunde.