Een ongekend inzicht in de maritieme economie van de IJzertijd is opgedoken van de zeebodem voor de Karmelkust van Israël. Onderzoekers hebben drie afzonderlijke scheepsladingen gedocumenteerd binnen de grenzen van de oude, onder water gelegen havenstad Dor, die ook bekendstaat als de Tantura Lagune. Deze ontdekking is het eerste directe fysieke bewijs van zeevarende handel uit dit tijdperk dat is blootgelegd binnen een erkende IJzertijd-havenvestiging in de zuidelijke Levant. De bevindingen, die gedetailleerd zijn beschreven in het academische tijdschrift *Antiquity*, overbruggen een kennislacune die voorheen uitsluitend werd gevuld door bewijs dat op het land was gevonden.
Dit gezamenlijke project stond onder leiding van Thomas E. Levy van de University of California San Diego en Assaf Yasur-Landau van de University of Haifa. Het team maakte gebruik van geavanceerde cyberarcheologische technieken, gecombineerd met traditionele onderwateropgravingen. Door de integratie van deze methoden kon een opmerkelijk heldere reconstructie van de oude scheepvaartactiviteiten worden gemaakt. De archeologen ontdekten drie boven elkaar liggende ladingen die een periode van 500 jaar beslaan, van de 11e tot de 6e eeuw v.Chr., wat wijst op een continue, zij het evoluerende, internationale uitwisseling.
De oudste verzameling, aangeduid als Dor M en gedateerd in de 11e eeuw v.Chr., markeert een heropleving van de langeafstandshandel na de ineenstorting van de Bronstijd. De inhoud ervan omvatte opslagvaten en een anker dat was voorzien van Cypro-Minoïsch schrift. Dit duidt duidelijk op robuuste commerciële routes die de regio in die vroege periode met Cyprus verbonden. Dit initiële bewijs komt overeen met historische verslagen, zoals het Egyptische Verslag van Wenamun, waarin reizen naar Dor rond 1000 v.Chr. werden beschreven.
De daaropvolgende assemblage, Dor L1, stamt uit het einde van de 9e tot het begin van de 8e eeuw v.Chr. Deze lading bevatte kruiken die kenmerkend waren voor Fenicisch vakmanschap. Dit suggereert dat de maritieme activiteit aanhield en significant bleef, zelfs toen de directe banden met Egypte en Cyprus minder prominent leken. Dit wijst op de toenemende dominantie van Fenicische zeevaarders op de regionale scheepvaartroutes, in een tijd dat Dor waarschijnlijk onder controle stond van het Koninkrijk Israël.
De meest recente groepering, Dor L2, gedateerd in de late 7e of vroege 6e eeuw v.Chr., onthult een verschuiving naar geïndustrialiseerde handel. Deze specifieke lading bevatte amforen met mandgrepen in Cypriotische stijl, naast ijzerbloemen—massa’s ruw ijzermetaal. Deze vondst suggereert sterk de aanvang van een meer geïndustrialiseerde metaalhandel die via Dor verliep. In die periode opereerde de haven onder Assyrische of Babylonische keizerlijke invloed.
Gezamenlijk versterken deze gelaagde ontdekkingen het inzicht dat Dor functioneerde als een cruciaal knooppunt voor de Mediterrane uitwisseling. De haven paste haar ladingprofiel aan als reactie op verschuivende geopolitieke machten gedurende de gehele IJzertijd. De nauwgezette kartering van deze ondergedompelde overblijfselen stelt wetenschappers in staat om de oude wereld te zien als een dynamisch systeem van constante heroriëntatie en verbinding, waarbij de zee de levensader vormde.