Spechten Verfijnen Boortechniek: Nieuwe Inzichten in Spiercoördinatie en Voedingsstrategie

Recente wetenschappelijke bevindingen werpen nieuw licht op de verfijnde spiercoördinatie die de specht in staat stelt met indrukwekkende kracht te boren. Een studie, gericht op de kleine bonte specht, onthulde een meesterlijke samenwerking tussen diverse spiergroepen. Deze samenwerking creëert een uiterst stijve, hamerachtige structuur tijdens het hakken. Onderzoekers van de Universiteit van Münster en Brown University ontrafelden deze fijne kneepjes van het natuurlijke bouwwerk door middel van hoog-snelheidsvideo-analyse en monitoring van de spieractiviteit bij wilde spechten.

De analyse toonde aan dat deze vogels hun ademhaling synchroniseren met elke slag, een techniek die doet denken aan de voorbereiding van een topsporter voor een zware inspanning. Bovendien passen de vogels de intensiteit van de spiercontractie nauwkeurig aan op de benodigde boordiepte, wat wijst op een uitzonderlijk niveau van controle over de impact. Deze observaties verrijken het begrip van biomechanica, met name in het licht van de algemene perceptie over de klappen van een specht. Biomechanische analyses suggereren dat de druk in de hersenholte van spechten significant lager blijft dan de drempel voor een hersenschudding bij mensen, zelfs bij sterke vertragingen. Dit wordt deels toegeschreven aan de kortere lengte van hun hersenen, wat een sterkere afremming toelaat zonder kritieke drukwaarden te overschrijden.

Buiten het boren voor nesten of voedsel, vertonen spechten ook ander fascinerend gedrag met betrekking tot het aanboren van bomen. In Europa, met name in Duitsland waar dit bekend staat als 'Baumringeln', boren spechten vaak rijen gaatjes in de stam van gezonde bomen. Deze gaatjes zijn enkele millimeters diep en verschijnen op een paar centimeter afstand van elkaar in horizontale ringen. Ze dienen om het vocht uit het xyleem en floëem te laten sijpelen, waarna de specht dit mineraal- en suikerrijke boomsap als aanvullende voedingsbron benut.

Soorten met een gladdere schors hebben vaak de voorkeur voor dit gedrag. Meldingen uit Zuid-Duitsland wijzen op wel 36 verschillende boomsoorten die op deze wijze worden 'geringd'. De Amerikaanse eik, linde en ruwe iep behoren tot de meest bewerkte. Dit gedrag illustreert hoe een ogenschijnlijk eenvoudige handeling een complexe, herhaalde strategie kan zijn om de beschikbare bronnen optimaal te benutten, soms over een periode van tien opeenvolgende jaren.