Op 28 september 2025 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties besloten de sancties tegen Iran opnieuw in te voeren. Dit besluit volgt op het verlopen van de Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) en de geconstateerde non-compliance van Iran met zijn nucleaire verplichtingen. De heringevoerde sancties omvatten een bevriezing van tegoeden, wapen- en raketafzetverboden, en beperkingen op Iraanse nucleaire en ballistische raketprogramma's. Deze maatregelen waren oorspronkelijk onder het akkoord van 2015 opgeheven.
De aanleiding voor de hernieuwde sancties was het verlopen van de JCPOA en het niet nakomen van de afspraken door Iran. In augustus 2025 activeerden het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland (de E3) het zogenaamde 'snapback'-mechanisme, verwijzend naar schendingen van de JCPOA door Iran. Ondanks diplomatieke inspanningen slaagde de VN-Veiligheidsraad er niet in een resolutie aan te nemen die de herinvoering van deze sancties kon tegenhouden, waardoor ze automatisch van kracht werden.
De E3 concludeerden dat Iran de JCPOA had geschonden, wat de noodzaak van het snapback-mechanisme rechtvaardigde. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Marco Rubio, benadrukte het belang van verantwoording voor Iraanse nucleaire activiteiten en de noodzaak van onmiddellijke sancties bij het uitblijven van een akkoord. De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Abbas Araghchi, verklaarde echter dat de sancties "ongerechtvaardigd en zonder wettelijke basis" waren en dat Iran passend zou reageren om zijn belangen te beschermen.
De herinvoering van sancties heeft aanzienlijke economische en internationale gevolgen voor Iran. De internationale gemeenschap blijft de situatie nauwlettend volgen, met hoop op hernieuwde diplomatieke inspanningen om de zorgen rondom het Iraanse nucleaire programma aan te pakken. De VN-Veiligheidsraad fungeerde als de locatie waar deze beslissing werd genomen. Deze ontwikkelingen markeren een cruciale fase in de internationale betrekkingen rondom het Iraanse nucleaire vraagstuk, waarbij de nadruk ligt op het vinden van een balans tussen veiligheid en diplomatie. Internationale waarnemers wijzen op de complexiteit van de situatie, waarbij de effectiviteit van sancties als instrument voor internationale controle centraal staat. De Iraanse economie, die al onder druk stond, kan verdere tegenslagen ervaren door deze hernieuwde beperkingen. De diplomatieke kanalen blijven echter open, met de hoop op een constructieve dialoog die kan leiden tot een duurzame oplossing en het herstel van vertrouwen tussen Iran en de internationale gemeenschap. De gebeurtenissen onderstrepen de voortdurende uitdagingen bij het handhaven van internationale overeenkomsten en het waarborgen van nucleaire non-proliferatie.