Op 24 augustus 2025, de 34e Onafhankelijkheidsdag van Oekraïne, heeft Rusland beschuldigingen geuit tegen Oekraïne voor droneaanvallen die gericht waren op kritieke Russische infrastructuur. De aanvallen zouden hebben plaatsgevonden bij de kerncentrale van Koersk en een brandstofexportterminal in Oest-Luga, wat de aanhoudende spanningen en de complexiteit van het conflict benadrukt.
Bij de kerncentrale van Koersk, gelegen op ongeveer 60 kilometer van de grens met Oekraïne, werd een Oekraïense drone onderschept die explodeerde nabij de centrale. Dit incident leidde tot schade aan een hulp transformator, waardoor de operationele capaciteit van reactor 3 met 50% moest worden verminderd. Gelukkig bleven de stralingsniveaus binnen de normale grenzen en werden er geen slachtoffers gemeld. De Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) uitte haar bezorgdheid over de veiligheid van nucleaire installaties tijdens conflicten en benadrukte de noodzaak van bescherming.
Een afzonderlijke droneaanval trof de brandstofexportterminal in Oest-Luga, in de Leningrad regio, wat een aanzienlijke brand veroorzaakte. Russische autoriteiten meldden dat ongeveer 10 drones werden neergeschoten, maar het puin van deze drones zou de brand hebben aangestoken. Ook hier werden geen gewonden gemeld.
Deze gebeurtenissen vonden plaats op de dag dat Oekraïne zijn onafhankelijkheid vierde, met president Volodymyr Zelensky die de nationale veerkracht benadrukte. Internationaal werd de gebeurtenis opgemerkt door de aankondiging van Noorwegen van een militair steunpakket ter waarde van ongeveer 7 miljard Noorse kronen (ongeveer 3,7 miljard dollar) voor de Oekraïense luchtverdediging. Dit pakket omvat mede-financiering van twee Patriot-systemen met Duitsland en de aanschaf van luchtverdedigingsradars.
Tegelijkertijd legde het Pentagon beperkingen op aan het gebruik van door de VS geleverde raketten door Oekraïne tegen doelen binnen Rusland, een beslissing die door defensieminister Pete Hegseth werd geleid. De Amerikaanse president Donald Trump uitte zijn frustratie over de voortdurende oorlog en zijn onvermogen om een vredesakkoord te bemiddelen.
De aanvallen op deze kritieke infrastructuur, op een dag die symbool staat voor de Oekraïense soevereiniteit, onderstrepen de strategische implicaties van het conflict. De internationale gemeenschap blijft de situatie nauwlettend volgen, waarbij de steun aan Oekraïne via militaire en financiële middelen wordt voortgezet, terwijl de diplomatieke inspanningen om het conflict te beëindigen, gecompliceerd blijven door de beperkingen op wapengebruik en de politieke standpunten van de betrokken partijen.