De OPEC+-alliantie, een groep van 22 landen, heeft tot op heden slechts 75% van de geplande olieverhogingen gerealiseerd, wat resulteert in een tekort van bijna 500.000 vaten per dag. Dit wordt toegeschreven aan capaciteitsbeperkingen bij diverse leden, waaronder Rusland, Irak en Kazachstan, die reeds hun maximale productiecapaciteit hebben bereikt. Rusland ondervindt bovendien logistieke en geopolitieke uitdagingen, zoals sancties en infrastructuurproblemen.
Om deze uitdagingen aan te pakken, kwamen OPEC+-delegaties op 18 en 19 september 2025 bijeen in Wenen. Het hoofddoel van deze bijeenkomst was het actualiseren van de schattingen van de productiecapaciteit van de lidstaten. Deze herziene schattingen zijn cruciaal voor het vaststellen van nieuwe productiebenchmarks voor 2027. Het OPEC+-secretariaat zal naar verwachting tegen het einde van het jaar een voorstel indienen bij de ministers.
Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) bedroeg de beschikbare reservecapaciteit van OPEC+ in augustus 2025 ongeveer 4,1 miljoen vaten per dag. Het leeuwendeel van deze reservecapaciteit wordt echter gedragen door Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), die samen meer dan 70% van de totale reservecapaciteit van de groep bezitten. De beperkte reservecapaciteit van de alliantie, geconcentreerd bij enkele kernleden, vormt een kwetsbaarheid voor de wereldwijde oliemarkt, vooral in het licht van potentiële aanbodschokken.
De discussies in Wenen onderstrepen de noodzaak voor realistischere productiebenchmarks, gezien de operationele realiteit en de geopolitieke context. De voortdurende inspanningen om productiecapaciteiten te herzien en nieuwe baselines voor 2027 vast te stellen, tonen een proactieve benadering om de marktstabiliteit te waarborgen en de invloed van de alliantie op de wereldwijde olieprijzen te handhaven. De uitdagingen die de alliantie ondervindt bij het voldoen aan de productiequota, zoals de overschrijdingen door Kazachstan en Irak, benadrukken de noodzaak van strikte naleving van de afspraken. De situatie vraagt om een voortdurende balans tussen ambitieuze productiedoelstellingen en de feitelijke productiecapaciteiten van de lidstaten, met aanzienlijke implicaties voor de toekomstige stabiliteit van de mondiale oliemarkt.