Herinterpretatie van Feynman: Kwantumverstrengeling mogelijk door klassieke zwaartekracht

Bewerkt door: Irena I

De ambitie om de zwaartekracht te verenigen met de principes van de kwantummechanica blijft een van de meest hardnekkige en centrale problemen in de hedendaagse theoretische natuurkunde. Het is een zoektocht naar de 'heilige graal' van de fysica. Hoewel drie van de vier fundamentele krachten – de sterke kernkracht, de zwakke kernkracht en het elektromagnetisme – succesvol zijn geïntegreerd in het kwantumbeeld, ontsnapt de zwaartekracht consequent aan deze omvattende theoretische beschrijving. In deze context werd een idee dat Richard Feynman in 1957 lanceerde, lange tijd beschouwd als een potentiële sleutel tot de oplossing: het testen van de kwantumaard van de zwaartekracht door de verstrengeling van twee massieve objecten te meten. De gedachte was dat verstrengeling een puur kwantumeffect is, en als zwaartekracht dit kon veroorzaken, moest zwaartekracht zelf ook gekwantiseerd zijn.

Echter, recent onderzoek, dat in oktober 2025 in het gerenommeerde tijdschrift «Nature» is gepubliceerd, brengt een aanzienlijke nuancering aan in dit perspectief. Onderzoekers, wier berekeningen zich richten op theoretische laboratoriumopstellingen, kwamen tot de verrassende conclusie dat verstrengeling – wat voorheen werd gezien als een eenduidige marker voor kwantumzwaartekracht – ook kan ontstaan onder invloed van puur klassieke zwaartekracht, mits deze wordt beschouwd in combinatie met de kwantumveldentheorie. Dit impliceert dat de loutere waarneming van verstrengeling in voorgestelde experimenten, zoals die van Feynman, geen onweerlegbare indicator is voor het bestaan van kwantumgravitonen.

De auteurs van het artikel benadrukken dat klassieke zwaartekrachtmodellen, wanneer ze materie nauwkeuriger beschrijven, in staat zijn om kwantumcommunicatie en daarmee verstrengeling te genereren. Dit verschuift de focus van de simpele vraag 'is het kwantum of klassiek?' naar een veel fijnere analyse van de experimentele parameters. Voorheen werd aangenomen dat klassieke zwaartekracht geen verstrengeling zou mogen veroorzaken, aangezien dit het principe van lokaliteit zou schenden. De nieuwe berekeningen tonen echter aan dat de bron van dit effect mogelijk ligt bij virtuele dragers van materie, en niet bij de hypothetische gravitonen zelf.

De wetenschappelijke uitdaging is hierdoor aanzienlijk complexer geworden. Fysici staan nu voor de taak om methodologieën te ontwikkelen waarmee nauwkeurig onderscheid gemaakt kan worden tussen de mate van verstrengeling die wordt gegenereerd door de nu geïdentificeerde klassieke mechanismen en de verstrengeling die voortkomt uit de werkelijk kwantummechanische aard van de zwaartekracht. Volgens de auteurs zou het cruciale verschil wel eens kunnen liggen in de schaal of de intensiteit van het waargenomen effect. Dit nieuwe theoretische grensgebied, duidelijk gemarkeerd door de recente publicatie in «Nature», roept op tot een meer kritische en doordachte interpretatie van toekomstige experimentele data. Het onderstreept tevens de intrinsieke en onverwachte verbondenheid tussen ogenschijnlijk gescheiden domeinen van de fysica, en dwingt de gemeenschap tot een heroverweging van fundamentele aannames.

Bronnen

  • Phys.org

  • Phys.org

  • Big Think

  • Scientific American

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.