Een nieuwe studie, gepubliceerd in het tijdschrift *Archaeometry* in juli 2025, stelt dat het beeld op de Lijkwade van Turijn mogelijk is ontstaan door een laagreliëf sculptuur in plaats van door direct contact met een menselijk lichaam.
De Braziliaanse 3D-ontwerper Cicero Moraes paste 3D-modelleringssoftware toe om digitale modellen te creëren van zowel een menselijk lichaam als een laagreliëf sculptuur. Door te simuleren hoe stof over deze modellen zou vallen, ontdekte Moraes dat de afdruk van de sculptuur nauw overeenkwam met het beeld op de Lijkwade van Turijn. Een model van een menselijk lichaam resulteerde daarentegen in een vervormde afdruk, wat indruist tegen de gangbare opvatting dat het beeld is gevormd door direct contact met het lichaam van Jezus.
De vervorming die optreedt bij het draperen van stof over een driedimensionaal object staat bekend als het 'Agamemnon Mask-effect'. De bevindingen van Moraes ondersteunen de theorie dat middeleeuwse kunstenaars mogelijk gebruik hebben gemaakt van een bas-reliëf techniek, een methode die destijds veel voorkwam in de Europese grafkunst. Dergelijke ondiepe gravures waren kunstenaars uit die periode bekend.
De studie toont aan hoe digitale technologieën kunnen bijdragen aan het ontrafelen van historische mysteries. Moraes' werk benadrukt de potentie van digitale technologieën om historische raadsels op te lossen door wetenschap, kunst en technologie te combineren. De Lijkwade van Turijn, die meet 4,4 bij 1,1 meter, bevat de vage afdruk van een man met verwondingen die lijken op die van een kruisiging.
Hoewel de oorsprong van de lijkwade al sinds de 14e eeuw onderwerp van controverse is, plaatste een koolstofdatering uit 1988 de creatie ervan tussen 1260 en 1390 n.Chr. Dit tijdvak valt samen met de periode waarin laagreliëf voorstellingen van religieuze figuren, met name op grafzerken, gebruikelijk waren in Europa.
Sommige organisaties, zoals het Internationaal Centrum voor Sindonologie, hebben de methodologie van Moraes bekritiseerd. Zij stellen dat zijn conclusies geen nieuwe inzichten bieden en al meer dan een eeuw bekend zijn. Kritiekpunten zijn onder meer dat de gebruikte digitale modelleringssoftware niet specifiek voor wetenschappelijke doeleinden is ontworpen en dat de simulaties fysiek onrealistische situaties kunnen creëren.