Archeologen hebben in Borkowo, nabij Inowrocław, in 2025 een uitzonderlijke vondst gedaan tijdens de aanleg van een gasleiding: een begraafplaats uit de 10e eeuw. Ongeveer 20 van de 24 onderzochte are van de begraafplaats hebben een aanzienlijk aantal graven van krijgers aan het licht gebracht, die geassocieerd worden met de periode van Mieszko I, de eerste historische heerser van Polen. Dit unieke kerkhof, dat mogelijk het eerste massagraf uit deze periode in Polen is, biedt een zeldzaam inkijkje in de militaire samenleving van die tijd.
Onder de circa twintig gevonden skeletten bevond zich de begrafenis van een man van ongeveer 35 jaar oud, die werd bijgezet met ijzeren pijlpunten. Zijn botstructuur duidt op intensieve training in boogschieten, met goed ontwikkelde schouderbladen. Een ander individu vertoonde degeneratieve veranderingen die kenmerkend zijn voor iemand die vrijwel constant te paard doorbracht, wat mogelijk wijst op een rol als ruiter. Alle graven waren voorzien van grafgiften, waaronder strijdbijlen, wat de status van deze krijgers benadrukt. Antropologisch onderzoek wees uit dat de gemiddelde lengte van de begraven personen rond de 1,80 meter lag, aanzienlijk langer dan het gemiddelde van de bevolking in die tijd.
Piotr Alagierski, die leiding gaf aan het archeologische werk, beschreef de vondst als fenomenaal en potentieel baanbrekend voor het begrip van de vroege Poolse geschiedenis. De ontdekking biedt een uniek inkijkje in de militaire samenleving van het 10e-eeuwse Polen, een periode waarin Mieszko I de basis legde voor de Poolse staat door middel van diplomatie en militaire kracht. De aanwezigheid van strijdbijlen en de fysieke kenmerken van de skeletten onderstrepen de krijgshaftige aard van de gemeenschap.
Historische bronnen vermelden dat Mieszko I zijn grondgebied uitbreidde door middel van zowel diplomatie als militaire kracht, en deze vondst draagt bij aan een beter beeld van de krijgers die deze expansie mogelijk maakten. Mieszko I, die regeerde van circa 960 tot 992, was de eerste christelijke heerser van Polen en breidde het grondgebied aanzienlijk uit, onder meer door de verovering van Pommeren, Silezië en Klein-Polen. Verder onderzoek naar de wapens en uitrusting uit deze periode kan meer licht werpen op de technologische en tactische aspecten van de oorlogsvoering. De context van Mieszko I's regering, gekenmerkt door de kerstening van Polen in 966 en de consolidatie van de macht, maakt deze archeologische vondst des te significanter voor de vroege Poolse geschiedenis.