Aziatische tarwevariëteiten zijn de sleutel tot het bestrijden van de verwoestende gele roestziekte

Bewerkt door: Katia Remezova Cath

Wetenschappers hebben genen geïdentificeerd in traditionele Aziatische tarwevariëteiten die gele roest kunnen bestrijden, een belangrijke schimmelziekte die de wereldwijde tarweproductie bedreigt. Deze ontdekking biedt een veelbelovende strategie om de voedselzekerheid te beschermen door de ziekteresistentie van commerciële tarwegewassen te verbeteren. Gele roest, veroorzaakt door de schimmel Puccinia striiformis f. sp. tritici, treft ongeveer 88% van de wereldwijde productie van broodtarwe. Het vormt een aanzienlijke bedreiging voor de tarweopbrengsten. Onderzoekers van de Universiteit van Zürich (UZH) hebben ontdekt dat traditionele tarwevariëteiten uit Azië genen bezitten die resistentie bieden tegen deze verwoestende ziekte. Het onderzoeksteam, onder leiding van Kentaro Shimizu, ontdekte twee genomische regio's in traditionele Aziatische tarwevariëteiten die resistentie verlenen tegen gele roest. Deze genen zouden kunnen worden overgedragen op commerciële tarwevariëteiten om de ziekte te bestrijden. De studie benadrukt het belang van genetische diversiteit in traditionele tarwevariëteiten voor de voedselzekerheid. Decennialang heeft tarweveredeling zich gericht op hoogproductieve variëteiten, wat de genetische diversiteit van het gewas heeft verminderd. Traditionele tarwevariëteiten, geteeld door boeren in diverse regio's, behouden een bredere genetische basis. Deze variëteiten, vooral die uit Azië, bieden onbenut potentieel voor het verbeteren van de ziekteresistentie in moderne tarwe. Katharina Jung onderzocht tijdens haar doctoraat de gele roestresistentie in tarwe, in samenwerking met het International Maize and Wheat Improvement Center (CIMMYT) in Mexico en de Kyoto University in Japan. Ze screende traditionele en moderne tarwevariëteiten uit Japan, China, Nepal en Pakistan. Veldproeven werden uitgevoerd in Zwitserland en Mexico om resistente planten te identificeren. Jung identificeerde twee voorheen niet-gekarakteriseerde genomische regio's, bekend als quantitative trait loci (QTL's), die bijdragen aan gele roestresistentie. Eén regio werd gevonden in een traditionele variëteit uit Nepal, terwijl de andere breder voorkwam in traditionele lijnen uit Nepal, Pakistan en China in de zuidelijke Himalaya-regio. De zuidelijke Himalaya-regio wordt beschouwd als de oorsprong van de gele roestpathogeen. De onderzoekers veronderstellen dat traditionele variëteiten uit dit gebied unieke en stabiele resistenties tegen gele roest kunnen herbergen. Deze ontdekking benadrukt de waarde van het behoud van traditionele tarwevariëteiten als bron van genetische eigenschappen om opkomende bedreigingen te bestrijden. Het behoud van genetische diversiteit en traditionele tarwevariëteiten is cruciaal voor het bestrijden van ziekten. Boeren verbouwen deze variëteiten al generaties lang, wat van grote waarde is voor de toekomstige voedselzekerheid. Het gebruik en de voordelenverdeling van deze variëteiten moeten nauwe samenwerking met lokale gemeenschappen omvatten, waarbij hun kennis en praktijken worden erkend. De samenwerking met de Kyoto University was essentieel voor dit project. Dit onderzoek onderstreept de waarde van internationale partnerschappen in wetenschappelijke vooruitgang. De UZH Global Funding Scheme ondersteunde het project. De alliantie tussen UZH en Kyoto University werd in 2020 omgezet in een strategisch partnerschap.

Bronnen

  • Seed World

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.