Voor het eerst in de geschiedenis van de astronomische wetenschap is een directe radioafbeelding vastgelegd die de zwaartekrachtsdans van twee supermassieve zwarte gaten in de kern van de verre quasar OJ 287 in beeld brengt. Dit buitengewone kosmische fenomeen, dat zich op een afstand van ongeveer vijf miljard lichtjaar van onze planeet bevindt, levert tastbaar bewijs voor theoretische modellen die al decennialang het bestaan van dergelijke binaire systemen voorspelden. De baanbrekende ontdekking, die gepubliceerd is in het gerenommeerde vakblad *The Astrophysical Journal*, markeert een cruciale overgang van louter speculatieve hypothesen naar concrete, visuele bewijsvoering.
De quasar OJ 287 is al lange tijd bekend vanwege zijn uitzonderlijke helderheid, waardoor het zelfs met de telescopen van amateurastronomen te observeren is. Wat wetenschappers echter al sinds de 19e eeuw intrigeerde, was de strikte 12-jarige periodiciteit in zijn lichtsterkte. Deze cyclus bood de cruciale sleutel tot het begrijpen van het stelsel: het suggereerde de aanwezigheid van een tweede, minder massief zwart gat dat in een baan rond de dominante component draait. De hypothese van een dubbel systeem, die voor het eerst werd geopperd in de jaren tachtig, heeft nu zijn visuele bevestiging gekregen. Dit werd mede mogelijk gemaakt door internationale samenwerkingsverbanden, waaronder het gebruik van de Russische ruimteradiotelescoop “RadioAstron” aan boord van het “Spektr-R” ruimtevaartuig.
De verkregen afbeelding bezit een ongekende resolutie, die ruwweg 100.000 keer superieur is aan wat optische telescopen kunnen bereiken. Dit detailniveau maakte het mogelijk om niet alleen de objecten zelf te identificeren, maar ook hun complexe dynamiek nauwkeurig te analyseren. De hoofdcomponent van dit stelsel is het meest massieve zwarte gat, waarvan de massa wordt geschat op ongeveer 18 miljard zonnemassa’s. Zijn metgezel is aanzienlijk kleiner, met een massa van circa 150 miljoen zonnemassa’s. Hoewel zwarte gaten zelf inherent onzichtbaar zijn, verraden zij hun aanwezigheid door de krachtige radiostralende jets (djets) die zij uitstoten.
Bijzondere aandacht gaat uit naar de jet die afkomstig is van het kleinere zwarte gat. Deze vertoont een opmerkelijke kromming, vaak omschreven als een ‘kwispelende staart’. Dit visuele fenomeen is een direct en onmiskenbaar gevolg van de snelle baanbeweging die het kleinere object aflegt rond zijn gigantische partner. Dit dynamische effect stelt onderzoekers, zoals Mauri Valtonen van de Universiteit van Turku, in staat om niet alleen het bestaan van het paar te bevestigen, maar ook om het complexe dynamische model van het systeem tot in detail te verfijnen. Valtonen en zijn team hebben zelfs oudere “RadioAstron”-gegevens uit 2014 geanalyseerd en daarin met succes een zwak signaal van het kleinere gat gedetecteerd – een prestatie die zij zelf vergelijken met het proberen te zien van een munt op het oppervlak van de maan, gezien de enorme afstand en de benodigde precisie.
Deze doorbraak luidt een nieuw tijdperk in voor ons begrip van de evolutie van galactische kernen, waarbij de samensmelting van zulke kosmische giganten een cruciaal groeiproces vormt voor sterrenstelsels. De wetenschappelijke gemeenschap kijkt reikhalzend uit naar de jaren 2030, wanneer de orbitale beweging de jet van het kleinere zwarte gat naar verwachting opnieuw in onze directe zichtlijn zal brengen. Dit zal nieuwe en ongekende kansen bieden om deze monumentale kosmische interactie verder te bestuderen en de zwaartekrachtstheorieën op de proef te stellen.