Een opmerkelijke archeologische vondst in Mizoram, India, heeft nieuwe inzichten verschaft in de vroege geschiedenis van de regio. In de Thingkuang-grot, gelegen in het Thingkuang-bos nabij het dorp North Khawlek op de grens van Mizoram en Manipur, zijn menselijke skeletresten ontdekt.
Deze overblijfselen, samen met fragmenten van aardewerk, zijn door middel van koolstof-14 datering geanalyseerd en gedateerd op de periode tussen 1260 en 1320 na Christus. Dit plaatst de vondst meer dan 750 jaar in het verleden, wat het een van de oudste bekende menselijke overblijfselen in de regio maakt. De ontdekking werd gedaan door een lokale bewoner van North Khawlek, die de resten in een grot op een steile klif, ongeveer 15 meter boven de grond, aantrof.
De Mizoram-afdeling van het Indian National Trust for Art and Cultural Heritage (INTACH) heeft de bevindingen bevestigd. Rin Sanga, de convener van INTACH Mizoram, gaf aan dat de monsters zijn geanalyseerd door Beta Analytic, een radiokoolstofdateringslaboratorium in Florida. De datering, die plaatsvond tussen de late 13e en vroege 14e eeuw, is van cruciaal belang voor het traceren van de oorsprong en migratiepatronen van vroege bewoners in Mizoram.
De koolstof-14 datering, een methode die berust op de vervalsnelheid van het radioactieve isotoop koolstof-14, is een hoeksteen in de archeologie geworden sinds de ontwikkeling ervan door Willard Libby in de jaren veertig. Deze techniek stelt wetenschappers in staat om de leeftijd van organisch materiaal tot ongeveer 60.000 jaar nauwkeurig te bepalen. Door de verhouding van koolstof-12 tot koolstof-14 in een monster te meten en te vergelijken met die in een levend organisme, kan de tijd die is verstreken sinds de dood van het organisme worden geschat.
Verder onderzoek, waaronder DNA-sequencing, staat gepland. Deze analyses zullen naar verwachting meer licht werpen op de identiteit en afkomst van de individuen, en mogelijk meer details onthullen over het voorouderlijke erfgoed van Mizoram. De vondst wordt beschouwd als een mijlpaal die cruciale inzichten biedt in de oorsprong en migratiepatronen van de Mizo-bevolking.
Historici en archeologen hopen dat voortdurende opgravingen in Saitual verdere aanwijzingen zullen opleveren over oude nederzettingspatronen en gebruiken, waardoor ons begrip van het verleden van Mizoram wordt verrijkt. De Mizo-bevolking zelf heeft een rijke mondelinge overlevering die hun migratie vanuit de Chin Hills in het huidige Myanmar beschrijft, met legendes die teruggaan tot de 16e eeuw en mogelijk zelfs verder, met wortels die mogelijk in Centraal-Azië liggen. De ontdekking in de Thingkuang-grot is een belangrijke stap in het ontrafelen van de prehistorie van Mizoram en de bredere migratiegeschiedenis van Zuidoost-Azië. Het benadrukt de voortdurende inspanningen van organisaties zoals INTACH om het rijke culturele erfgoed van India te behouden en te bestuderen.