Zeldzame Spaanse Gouden Centen uit 1609 Brengt Recordbedrag van $3,49 Miljoen Op

Een buitengewoon exemplaar van een Spaanse gouden dubloen, bekend als de Centen Segoviano uit 1609, stond centraal tijdens een veiling in Genève op 24 november 2025. Dit unieke stuk vestigde onmiddellijk een prijsrecord voor Europese numismatische artefacten. Het zware goudstuk, dat een zuiver gewicht van 339 gram vertegenwoordigt, werd verkocht voor 2.817.500 Zwitserse frank. Volgens veilinghuis Numismatica Genevensis SA (NGSA) komt dit neer op een indrukwekkende som van ongeveer 3,49 miljoen Amerikaanse dollars.

De uiteindelijke verkoopprijs overtrof de eerdere Europese standaard aanzienlijk. Dat record stond op naam van een 100-ducatenmunt van keizer Ferdinand III van het Heilige Roomse Rijk, die voorheen 1,95 miljoen frank had opgebracht. De startprijs voor deze Centen was vastgesteld op 2 miljoen Zwitserse frank. Deze munt, met een nominale waarde van 100 escudos, werd geslagen in Segovia onder het bewind van koning Filips III. Het betreft de grootste gouden munt uit de 17e eeuw en was niet bedoeld voor dagelijkse transacties. In plaats daarvan diende het als een prestigieus diplomatiek geschenk, bedoeld om de immense rijkdom en de politieke aspiraties van het Spaanse Rijk te etaleren, grotendeels gefinancierd door de edelmetalen uit de Nieuwe Wereld.

De zeldzaamheid van dit specifieke stuk wordt benadrukt door het feit dat het de enige bekende munt is die exact in het jaar 1609 werd geslagen, hoewel de productie van de 100-escudo munten in de jaren daarna werd voortgezet. De technologische superioriteit waarmee de munt werd vervaardigd, draagt eveneens bij aan de hoge waarde. Het werd geproduceerd in de Koninklijke Munt (Real Ingenio) in Segovia, die op initiatief van Filips II was gemoderniseerd met de hulp van Oostenrijkse ingenieurs. Op de voorzijde is het aquaduct van Segovia afgebeeld. De zuiverheid van het goud werd gewaarborgd door het keurmerk van assessor Melchor Rodríguez del Castillo.

Alain Baron, de oprichter van NGSA, beschreef de munt treffend als een ‘waar koninklijk geschenk’ aan een andere monarch. De geschiedenis van het bezit verleent de munt een extra aura van mysterie: het was eeuwenlang zoekgeraakt, totdat het rond 1950 opnieuw opdook in de Verenigde Staten. Een verzamelaar uit New York verwierf het stuk, om het tien jaar later door te verkopen aan een Spaanse koper. Vervolgens wisselde het nogmaals van eigenaar tijdens een besloten veiling. De belangstelling voor dit ‘troebele bezit’ tijdens de veiling in Genève was groot, met biedingen afkomstig uit de VS, Europa en het Midden-Oosten, naast diverse instellingen.

Frank Baldacchi, president van NGSA, had vooraf al aangegeven dat de munt alle kenmerken bezat om prijsrecords te vestigen, wat tijdens de biedingen volledig werd bevestigd. Deze succesvolle verkoop bevestigt de status van de Centen Segoviano als de duurste Europese munt ooit. Bovendien onderstreept het de blijvende aantrekkingskracht en waarde van numismatiek die verbonden is met de Gouden Eeuw van Spanje en diens wereldwijde invloed op de financiële markten.