Onderzoekers van de Universiteit van Manchester en Chester Zoo hebben ontdekt dat vogelzang subtiele patronen vertoont die overeenkomen met fundamentele regels van menselijke taal. De studie, gepubliceerd op 13 augustus 2025 in PLOS Computational Biology, suggereert dat vogels, net als mensen, een voorkeur hebben voor kortere klanken bij veelvuldig gebruik, een principe dat bekend staat als Zipf's Law of Abbreviation (ZLA).
Deze wet, oorspronkelijk geformuleerd door linguïst George Kingsley Zipf in 1945, stelt dat veelgebruikte woorden of klanken korter zijn, wat de efficiëntie van communicatie verhoogt. Hoewel dit principe algemeen geldt voor menselijke talen, was het bewijs voor de toepassing ervan op dierencommunicatie, inclusief vogelzang, tot nu toe beperkt. Het onderzoek gebruikte een nieuwe methode met het R-pakket ZLAvian om vogelzang van 11 populaties uit 7 soorten te analyseren.
De bevindingen toonden een algemene neiging bij vogels om kortere klanken te prefereren. Echter, slechts één van de elf geanalyseerde populaties vertoonde sterk bewijs voor het naleven van het ZLA-patroon. Dit resultaat is in lijn met eerdere observaties, zoals die van Jack P. Hailman meer dan dertig jaar geleden, die opmerkte dat zwarte mezen korte oproepsequenties produceerden, hoewel niet strikt volgens ZLA.
De complexiteit van het bestuderen van ZLA in vogelzang is aanzienlijk groter dan in menselijke taal. Vogels hebben vaak een beperkter repertoire aan klanktypes en individuele variaties binnen soorten kunnen groot zijn. Bovendien kunnen zelfs kleine aanpassingen in vogelgeluiden hun betekenis drastisch veranderen, wat kan leiden tot misinterpretatie en invloed kan hebben op partnerkeuze. Dit potentieel voor betekenisvervorming zou de inconsistentie van het ZLA-principe in vogelzang kunnen verklaren.
Zipf's Law is geworteld in het principe van de minste inspanning, een biologische neiging tot efficiëntie. Hoewel ZLA geldt voor menselijke taal, blijft het bewijs in het dierenrijk beperkt. De studie vond weliswaar zwakke patronen in sommige populaties, maar deze waren niet zo consistent als in menselijke taal. Toekomstig onderzoek met grotere datasets is cruciaal om te bepalen of deze linguïstische wet inderdaad van toepassing is op de communicatie van vogels. Zoals de onderzoekers concludeerden: "Als ZLA bestaat bij vogels, zijn de patronen veel zwakker en minder stabiel dan in menselijke taal."