Een recente studie van UC Berkeley onthult een verband tussen de diepte van hersengroeven en redeneervaardigheden bij kinderen en adolescenten. Gepubliceerd op 19 mei 2025 in *The Journal of Neuroscience*, geeft het onderzoek aan dat diepere tertiaire sulci, kleine groeven op het hersenoppervlak, correleren met verbeterde hersenconnectiviteit.
De studie, geleid door Kevin Weiner en Silvia Bunge, ontdekte dat diepere groeven geassocieerd zijn met een grotere connectiviteit tussen de laterale prefrontale cortex en de laterale pariëtale cortex. Deze hersengebieden zijn cruciaal voor cognitieve functies op hoog niveau. De groeven kunnen de afstand tussen deze gebieden verkorten, waardoor de communicatie mogelijk wordt versneld en de neurale efficiëntie wordt verbeterd.
Deze bevindingen suggereren dat variaties in tertiaire sulci individuele verschillen in cognitieve prestaties kunnen verklaren. Volgens Weiner en Bunge kunnen deze groeven dienen als diagnostische indicatoren voor redeneervermogen of neuro-ontwikkelingsstoornissen. Het onderzoeksteam wil de rol van sulci in de hersenfunctie en cognitie verder onderzoeken.
De studie omvatte 43 deelnemers in de leeftijd van 7 tot 18 jaar. Met behulp van fMRI analyseerden de onderzoekers de hersenactiviteit tijdens een redeneertaak, waaruit bleek dat de diepte van specifieke sulci geassocieerd is met een hogere netwerkcentraliteit in prefrontale en pariëtale gebieden.