Een baanbrekende studie, gepubliceerd op 21 augustus 2025 in Nature Neuroscience, heeft de gevestigde ideeën over hersenplasticiteit na ledematenverlies op zijn kop gezet. Onderzoekers van de Universiteit van Cambridge, onder leiding van professor Tamar Makin, en de Universiteit van Pittsburgh, met hoofdauteur Dr. Hunter Schone, hebben ontdekt dat de representatie van het lichaam in de hersenen, de 'lichaamskaart', opmerkelijk stabiel blijft, zelfs na het verlies van een ledemaat.
Deze bevindingen, gebaseerd op longitudinale fMRI-scans van drie personen die een handamputatie ondergingen, dagen decennia aan neurowetenschappelijke aannames uit. Traditioneel werd aangenomen dat het verlies van een ledemaat leidde tot ingrijpende reorganisatie in de hersenschors, met name in de somatosensorische cortex. Klassieke studies suggereerden dat gebieden die voorheen het geamputeerde ledemaat representeerden, werden 'overgenomen' door naburige lichaamsdelen, een fenomeen dat bekend staat als 'use it or lose it'. Dit proces werd ook in verband gebracht met fantoompijn.
De nieuwe studie toont echter aan dat de neurale kaarten van de hand en zelfs de lippen van de deelnemers opmerkelijk consistent bleven in de jaren vóór en na de amputatie. Dr. Makin uitte verbazing over de mate waarin de kaart van de ontbrekende hand intact bleef, wat suggereert dat de hersenen de informatie over het lichaam behouden, zelfs zonder sensorische input. Deze stabiliteit werd ook waargenomen bij een groep van 26 langdurige amputeerden, wat wijst op een blijvend patroon.
De implicaties van deze ontdekking zijn significant voor zowel de behandeling van fantoompijn als de ontwikkeling van geavanceerde protheses. De stabiliteit van de hersenkaarten biedt een solide fundament voor de ontwikkeling van hersenen-computerinterfaces (BCI's). Nu duidelijk is dat de neurale representaties van het lichaam consistent blijven, kunnen BCI-technologieën efficiënter worden ontworpen om deze stabiele signalen te decoderen voor de controle van kunstmatige ledematen. Dit opent deuren naar protheses die intuïtiever, preciezer en mogelijk zelfs met een vorm van sensorische feedback kunnen functioneren.
Bovendien werpt dit licht op de aard van fantoompijn. Als de pijn niet voortkomt uit een chaotische reorganisatie, maar uit de aanhoudende activiteit binnen de stabiele, maar nu 'lege' neurale representaties, dan kunnen therapieën die zich richten op het moduleren van deze specifieke hersengebieden effectiever zijn dan methoden die proberen een reorganisatie terug te draaien die mogelijk niet eens plaatsvindt. Dit suggereert een verschuiving in de aanpak van fantoompijn, van het 'repareren' van een beschadigde kaart naar het beter begrijpen en benutten van de bestaande, stabiele structuren.
Deze bevindingen bieden een nieuw perspectief op de veerkracht van het menselijk brein. In plaats van te zien hoe de hersenen zich aanpassen door verlies te 'compenseren' met reorganisatie, toont dit onderzoek aan dat de kernstructuren van onze lichaamsrepresentatie een diepgewortelde stabiliteit bezitten. Dit biedt niet alleen hoop voor verbeterde technologieën en behandelingen, maar ook een dieper begrip van hoe het brein zijn essentie behoudt, klaar voor nieuwe vormen van interactie en herverbinding, zelfs na ingrijpend verlies.