Het Amerikaanse Ministerie van Handel heeft op 19 augustus 2025 een aanzienlijke uitbreiding van de tarieven op staal en aluminium aangekondigd. Een heffing van 50% zal nu van toepassing zijn op 407 extra productcategorieën van afgeleide producten, die onmiddellijk van kracht zijn gegaan.
De nieuwe maatregel omvat een breed scala aan goederen, waaronder windturbines, mobiele kranen, graafmachines, treinstellen, meubilair, compressoren, pompen en kinderstoelen. Het Bureau voor Industrie en Veiligheid (BIS) verklaarde dat deze actie gericht is op het "dichten van mazen in de wet" om de omzeiling van bestaande tarieven te voorkomen en de revitalisering van de binnenlandse staal- en aluminiumindustrieën te ondersteunen. Jeffrey Kessler, onderminister van Handel voor Industrie en Veiligheid, benadrukte dat de maatregel "het toepassingsgebied van de staal- en aluminiumtarieven uitbreidt en de mazen voor omzeiling sluit".
De beslissing komt voort uit verzoeken van Amerikaanse staalproducenten, zoals Cleveland Cliffs, die de regering hadden aangespoord om de tariefbescherming uit te breiden naar andere onderdelen, met name die in de auto-industrie worden gebruikt. Buitenlandse autofabrikanten hebben echter hun bezorgdheid geuit over de opname van auto-onderdelen in de nieuwe tarieven, stellende dat de Verenigde Staten niet over voldoende productiecapaciteit beschikken om aan de bestaande vraag te voldoen. De uitbreiding van de tarieven naar 407 nieuwe productcategorieën, die onmiddellijk van kracht zijn, geeft bedrijven weinig tijd om hun toeleveringsketens of prijsstrategieën aan te passen.
De tarieven van 50% op het staal- en aluminiumgehalte van deze producten zijn bedoeld om de omzeiling van eerdere tariefstructuren te voorkomen. Sinds de terugkeer van Trump in het presidentschap zijn er tarieven van 10% ingesteld op vrijwel alle Amerikaanse handelspartners, met hogere tarieven voor economieën zoals de Europese Unie en Japan. Hoewel de directe impact van deze tarieven op de consumentenprijzen tot nu toe beperkt is gebleven, waarschuwen economen dat de volledige effecten nog moeten blijken. Sommige bedrijven hebben ervoor gekozen om producten die mogelijk onderworpen zijn aan nieuwe heffingen van tevoren aan te schaffen, terwijl andere de extra kosten hebben doorberekend aan klanten of een deel van de last hebben gedragen.
Analisten suggereren dat importeurs en retailers deze kosten niet onbeperkt zullen kunnen dragen, wat kan leiden tot verdere prijsstijgingen voor consumenten. De discussies onder economen richten zich nu op de duur van de inflatoire impact, waarbij sommigen geloven dat deze tijdelijk zal zijn en anderen waarschuwen voor aanhoudende effecten op de economie en het concurrentievermogen van de betrokken industrieën. Bedrijven zoals Ford en Molson Coors hebben al kostenstijgingen van miljoenen dollars gemeld als gevolg van de tarieven, die de aluminiumprijzen hebben verhoogd. Deere & Company heeft zijn verwachte tariefgerelateerde uitgaven voor het fiscale jaar verhoogd van een eerdere schatting van $500 miljoen naar $600 miljoen. Ook in de consumentengoederensector voelen bedrijven de impact; AriZona Beverages overweegt prijsverhogingen vanwege de hogere tarieven op aluminium.