De regering-Trump heeft meer dan 6.000 buitenlandse studentenvisa ingetrokken. De redenen hiervoor zijn juridische overtredingen, het overschrijden van de toegestane verblijfsduur en vermeende banden met terrorisme.
Het beleid, onder leiding van minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio, heeft geleid tot strengere controles op binnenkomende buitenlanders. Dit beleid is in lijn met een uitvoerend besluit van president Donald Trump bij zijn aantreden. Minister Rubio gaf in maart aan dagelijks visa in te trekken, met een specifieke focus op buitenlandse studenten die zich bezighouden met militante activiteiten.
Ongeveer 4.000 van de ingetrokken visa waren het gevolg van criminele activiteiten, waaronder mishandeling en rijden onder invloed. Daarnaast werden tussen de 200 en 300 studenten hun visa ontnomen wegens vermeende steun aan terrorisme, hoewel specifieke groeperingen niet werden genoemd. Deze maatregelen hebben spanningen veroorzaakt met diverse gerenommeerde Amerikaanse universiteiten, die ervan worden beschuldigd niet in lijn te handelen met het buitenlands beleid van het land.
Advocaten voor burgerrechten hebben hun bezorgdheid geuit over de mogelijke schending van de vrijheid van meningsuiting en privacy van buitenlandse studenten door deze acties. Als reactie hierop hebben studentenorganisaties en burgerrechtenorganisaties aangekondigd deze visa-intrekkingen juridisch aan te vechten. Zij stellen dat de beslissingen politiek gemotiveerd zijn in plaats van gebaseerd op nationale veiligheid.
De regering-Trump heeft de screening van buitenlanders die de Verenigde Staten binnenkomen aangescherpt om ervoor te zorgen dat zij geen 'vijandige houdingen' hebben tegenover de VS, haar instellingen en waarden. Dit beleid heeft geleid tot een toename van restrictieve maatregelen, met als gevolg de annulering van duizenden visa. Verdere ontwikkelingen in deze kwestie worden in de komende weken verwacht.