Gezamenlijke inspanningen kunnen ozonvervuiling in Oost-Azië tegen 2050 aanzienlijk verminderen, voorspelt NTU

Bewerkt door: Svetlana Velgush

Onderzoekers van de Nanyang Technological University (NTU Singapore) hebben een gedetailleerde prognose gepresenteerd over de luchtkwaliteit in Oost-Aziatische landen, met een specifieke focus op ozon (O3) op grondniveau. Deze verontreinigende stof is het resultaat van een complexe fotochemische reactie waarbij stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische stoffen (VOS) betrokken zijn, geactiveerd door zonlicht. De specialisten van NTU benadrukken dat de huidige trends in milieubeschermingsmaatregelen direct bepalend zijn voor de toekomstige niveaus van luchtvervuiling in deze dichtbevolkte regio.

De belangrijkste bevinding van de studie is dat, indien de huidige reductiesnelheden van de uitstoot van NOx en VOS in de regio worden gehandhaafd, er tegen 2050 een aanzienlijke daling van het ozonniveau te verwachten is. De voorspelling wijst op een jaarlijkse vermindering van 36.000 ton. Dit cijfer wordt vergeleken met de historische referentiewaarden van vóór het jaar 2000. Deze positieve verschuiving is een direct gevolg van de implementatie van regelgevende maatregelen op zowel politiek als industrieel niveau, die gericht zijn op het schoner maken van de atmosfeer en het verbeteren van de volksgezondheid.

Het model van NTU toont echter een schril contrast wanneer de inspanningen om de uitstoot te beperken zouden verslappen. In dat ongunstige scenario wordt een omgekeerd effect voorspeld: een jaarlijkse toename van de ozonvervuiling met 22.000 ton tegen 2050. De wetenschappers, waaronder universitair hoofddocent Steve Yim en professor Joseph Sun, die complexe atmosferische modellen gebruikten voor hun werk, benadrukken de noodzaak van een nauwkeurige afstemming van de regulering van ozonprecursoren. Zij stellen dat de focus moet liggen op het beheersen van de bronnen van vervuiling, in plaats van een directe poging om de reeds gevormde verontreinigende stof uit de atmosfeer te verwijderen.

De analyse van ecologische trends in Azië laat zien dat de problematiek van luchtvervuiling in Oost- en Zuidoost-Azië meer dan 90 procent van de bevolking in de regio treft, waarbij de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) consequent worden overschreden. Dit heeft ernstige gevolgen voor de volksgezondheid. Zo stond Zuidoost-Azië, Oost-Azië en Oceanië in 2021 op de tweede plaats wereldwijd wat betreft vroegtijdige sterfte als gevolg van fijnstof (PM2.5). Het is cruciaal om te beseffen dat maatregelen om NOx en VOS, de precursoren van ozon, te beheersen, dus ook direct bijdragen aan de vermindering van sterfte door andere schadelijke stoffen zoals PM2.5. Bovendien merken de onderzoekers op dat de unieke tropische omstandigheden in Zuidoost-Azië specifieke, gerichte regelgeving vereisen. Dit omvat onder meer het aanscherpen van de normen voor de scheepvaart en het stellen van strengere eisen aan industriële emissies, gezien hun significante bijdrage aan de lokale luchtkwaliteitsproblemen.

Het nemen van meer vastberaden stappen, die duidelijk verder gaan dan de huidige praktijk en de aanbevolen paden volgen, kan jaarlijks tot 36.000 vroegtijdige sterfgevallen voorkomen tegen 2050. Dit cijfer benadrukt de enorme menselijke en economische waarde van proactief milieubeleid. De toekomst van schone lucht in de regio is daarmee een direct gevolg van bewuste keuzes en de consistentie waarmee deze keuzes worden omgezet in beleid en actie. De studie van NTU Singapore dient als een duidelijke waarschuwing en tegelijkertijd als een routekaart: door collectief en vastberaden op te treden, kan de luchtkwaliteit in Oost-Azië significant verbeterd worden, wat de gezondheid van miljoenen ten goede komt.

Bronnen

  • Tamil Murasu

  • NTU Singapore

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.