Op 31 augustus 2025 voerden door Iran gesteunde Houthi-rebellen invallen uit bij kantoren van VN-agentschappen in Sanaa, Jemen. Hierbij werden ten minste 11 VN-medewerkers vastgehouden. Deze actie volgde op de moord op Houthi-premier Ahmed al-Rahawi en verschillende kabinetsleden door een Israëlische luchtaanval op 28 augustus 2025, wat wordt gezien als een directe reactie van de rebellen.
VN-secretaris-generaal António Guterres veroordeelde de gedwongen toegang tot VN-gebouwen, waaronder die van het Wereldvoedselprogramma (WFP), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en UNICEF. Hij eiste de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van al het vastgehouden personeel. Het WFP bevestigde dat hun kantoren in Sanaa waren overgenomen door lokale veiligheidstroepen, wat leidde tot de detentie van één medewerker. Er zijn meldingen van verdere detenties elders.
De Europese Unie veroordeelde eveneens deze acties en benadrukte dat ze de essentiële humanitaire hulp voor het Jemenitische volk in gevaar brengen. Dit incident maakt deel uit van een breder patroon van onveiligheid in Jemen. Eerder had de VN haar activiteiten in door Houthi's gecontroleerde gebieden opgeschort vanwege zorgen over de veiligheid van personeel. In februari 2025 schortte de VN alle operaties op in het gouvernement Saada na de detentie van acht medewerkers in januari.
De aanhoudende detenties roepen kritische vragen op over de motieven van de Houthi's, de specifieke redenen voor het targeten van VN-personeel en de potentiële impact op humanitaire operaties in Jemen. Jemen kampt al met een ernstige humanitaire crisis, waarbij meer dan de helft van de bevolking afhankelijk is van hulp. Premier Ahmed al-Rahawi, die werd beschouwd als een grotendeels symbolische figuur, werd gedood tijdens een overheidsbijeenkomst. Zijn dood heeft geleid tot wraakdreigementen van de Houthi's, die ook betrokken zijn bij aanvallen op scheepvaart in de Rode Zee in verband met de oorlog tussen Israël en Hamas.