Rosatom, de Russische staatsnuclearcorporatie, heeft meer dan 1.000 ton aan gespecialiseerde componenten verscheept voor de Brest-OD-300, een loodgekoelde snelle reactor van de vierde generatie. Deze reactor, die momenteel wordt gebouwd bij het Siberisch Chemisch Combinatie in Seversk, is een cruciaal onderdeel van het ambitieuze 'Doorbraak'-project (Proryv). Dit project is gericht op het demonstreren van een gesloten nucleaire brandstofcyclus, een technologie die de efficiëntie van kernenergie aanzienlijk kan verbeteren en de afvalproductie kan minimaliseren.
Generatie IV reactoren, zoals de Brest-OD-300, vertegenwoordigen de volgende stap in de evolutie van kernenergie. Ze zijn ontworpen met een focus op verbeterde veiligheid, verhoogde efficiëntie, economische concurrentiekracht en duurzaamheid, met name door een aanzienlijke reductie van nucleair afval en een optimalisatie van het gebruik van uraniumbronnen. De Brest-OD-300 maakt gebruik van een gesloten brandstofcyclus, wat betekent dat gebruikte splijtstof wordt gerecycleerd om nieuwe brandstof te produceren. Dit wordt mogelijk gemaakt door de integratie van modules voor brandstoffabricage en -herverwerking, die parallel aan de reactor zelf worden ontwikkeld. De verscheepte componenten, waaronder de centrale holteschaal en de binnenste behuizing voor de kernondersteuningscilinder, zijn vervaardigd met geavanceerde staalsoorten die bestand zijn tegen temperaturen tot 600°C. Deze onderdelen, die tot 15 meter hoog en 8 meter breed kunnen zijn, vereisen gespecialiseerde productiefaciliteiten en transportoplossingen, vergelijkbaar met producten die een gebouw van vijf verdiepingen hoog kunnen evenaren. De totale installatie zal naar verwachting ongeveer 16.000 ton wegen, wat de schaal en complexiteit van dit technologische hoogstandje onderstreept. De Brest-OD-300 reactor is gepland voor een fysieke lancering in 2026, met een aansluiting op het elektriciteitsnet die in de eerste helft van 2027 wordt verwacht. De ontwikkeling van deze reactor en de bijbehorende infrastructuur voor brandstofverwerking en -fabricage (gepland voor 2025-2026 en 2030) markeert een belangrijke vooruitgang in de nucleaire technologie. Door het gebruik van gemengd nitraat uranium-plutonium brandstof, afgeleid van bijproducten van de brandstofcyclus, streeft Rusland ernaar de efficiëntie van natuurlijke uraniumbronnen exponentieel te verhogen en de afhankelijkheid van nieuwe mijnbouw te verminderen. Dit project belichaamt een visie op duurzame energieproductie, waarbij afval wordt getransformeerd tot een waardevolle bron, wat een meer verantwoordelijke en efficiënte omgang met energiebronnen voor toekomstige generaties mogelijk maakt.