Kannibalisme bij Homo antecessor aangetoond in Gran Dolina
Archeologen hebben recentelijk bewijs gevonden van kannibalisme in de Gran Dolina grot in het Atapuerca gebergte in Spanje. Een recentelijke opgravingscampagne leverde een tweede halswervel op van een kind tussen de twee en vijf jaar oud. Het bot vertoont duidelijke slachtsporen.
Deze ontdekking bouwt voort op eerdere vondsten op de Gran Dolina site, waar resten van de Homo antecessor zijn gevonden die ongeveer 800.000 tot 1.2 miljoen jaar oud zijn. Eerdere opgravingen toonden al bewijs van kannibalistische praktijken, waaronder snijsporen op botten. De aanwezigheid van slachtsporen op de kindwervel suggereert dat de Homo antecessor zich bezighield met kannibalisme.
De precisie van de sneden duidt op vaardigheid in het bewerken van de resten. Deze bevindingen bieden inzichten in de sociale en overlevingsstrategieën van vroege mensensoorten. Uit eerder onderzoek blijkt dat de slachtpatronen consistent waren over zowel menselijke als dierlijke resten. De Homo antecessor populatie was in staat tot complexe sociale interacties.
De vondsten in Gran Dolina werpen een licht op de uitdagingen en aanpassingen waarmee onze voorouders werden geconfronteerd. De overblijfselen van minstens zes individuen vertonen sporen van het verwijderen van vlees. Er zijn aanwijzingen dat de hersenen werden gegeten. De botten werden opengebroken om bij het beenmerg te komen.
De theorie bestaat dat kannibalisme een methode was voor territoriale controle en als voedselbron. De verticale nabijheid van een hyena latrine met meer dan 1.300 coprolieten verstevigt het idee van competitie tussen soorten in een ruwe omgeving.