Archeologische opgravingen in Tell el-Burak, Libanon, hebben het vroege gebruik van hydraulisch kalkpleister door de Feniciërs blootgelegd, daterend uit de IJzertijd. Deze ontdekking, gepubliceerd in Scientific Reports, laat zien dat de Feniciërs al 2700 jaar geleden, eeuwen voor de Romeinen, geavanceerde bouwtechnieken beheersten.
De studie analyseerde pleistermonsters van een wijnpers in Tell el-Burak, een agrarisch centrum. De wijnpers, die dateert van 725-600 v.Chr., bestond uit een druivenpersbassin en een gistingsvat, beide bedekt met een gespecialiseerd pleister op basis van kalk. Het pleister was samengesteld uit gemalen keramische fragmenten, die als puzzolaan materiaal dienden om een waterbestendige mortel te creëren.
Onderzoekers bevestigden de hydraulische eigenschappen van het pleister met behulp van microscopie en röntgendiffractie. De analyse toonde reactieranden en hoogtemperatuur mineraalfasen aan, wat de duurzaamheid van het pleister bevestigt. De keramische fragmenten bleken afkomstig van afval van aardewerkproductie in Sarepta, wat duidt op een georganiseerde arbeidsverdeling.
Silvia Amicone, hoofdauteur van de studie, benadrukte dat de Feniciërs doelbewust keramische aggregaten gebruikten om duurzaam pleister te produceren. Deze bevindingen tonen aan dat de Feniciërs al vroeg innovatieve bouwmethoden toepasten, die later mogelijk door andere culturen zijn overgenomen. De ontdekking van de wijnpers, de oudste in zijn soort in Zuid-Fenicië, onderstreept het economische belang van de wijnbouw in de Fenicische samenleving.
De opgravingen in Tell el-Burak worden sinds 2001 uitgevoerd door een gezamenlijk Libanees-Duits team. Het onderzoek draagt bij aan een beter begrip van de Fenicische cultuur en hun technologische ontwikkelingen.