Armenië en Armeense gemeenschappen wereldwijd herdachten op 24 april de 110e verjaardag van de Armeense genocide. Deze genocide, gepleegd door het Ottomaanse Rijk vanaf 1915, resulteerde in de dood van ongeveer 1,5 miljoen Armeniërs. Honderdduizenden Armeniërs verzamelden zich bij het Tsitsernakaberd-monument in Jerevan om bloemen te leggen bij de Eeuwige Vlam, een eerbetoon aan de slachtoffers.
De Armeense genocide omvatte de systematische uitroeiing van Armeniërs binnen het Ottomaanse Rijk. 24 april markeert de dag waarop Armeense intellectuelen in Constantinopel (nu Istanboel) in 1915 werden gearresteerd en gedood door de Jong-Turkse autoriteiten, een datum die nu symbool staat voor het herdenken van de slachtoffers. Voor de Eerste Wereldoorlog woonden er ongeveer twee miljoen Armeniërs in het Ottomaanse Rijk.
Tussen 1915 en 1923 werden ongeveer 1,5 miljoen Armeniërs gedood door middel van bloedbaden, gedwongen deportaties en hongersnood. Hoewel veel landen en internationale organisaties de Armeense genocide erkennen, blijft Turkije de beschuldigingen ontkennen en beweert het dat de doden slachtoffers waren van de Eerste Wereldoorlog. Het Tsitsernakaberd Memorial Complex in Jerevan is het officiële Armeense monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers.