Oud altaar opgegraven in Guatemala wijst op kinderoffers

In de Guatemalteekse jungle is een oud altaar ontdekt, mogelijk gebruikt voor offers, waaronder die van kinderen. Het Ministerie van Cultuur en Sport van Guatemala heeft de ontdekking bekendgemaakt. Het altaar wordt toegeschreven aan de Teotihuacan-cultuur, een pre-Spaanse beschaving die gecentreerd was in wat nu Mexico is.

Het complex werd gevonden in het Nationaal Park Tikal in Guatemala, een Maya-cultureel centrum. Deze ontdekking benadrukt de interactie tussen de Teotihuacan- en Maya-samenlevingen. Teotihuacan, gelegen ten noorden van het huidige Mexico-Stad, staat bekend om zijn Tempels van de Zon en de Maan.

Lorena Paiz, de hoofdarcheoloog, verklaarde dat het Teotihuacan-altaar waarschijnlijk werd gebruikt voor offerrituelen. Volgens de Associated Press zei Paiz dat overblijfselen van drie kinderen, niet ouder dan 4 jaar, werden gevonden aan drie zijden van het altaar. Ze beschreef de residentiële structuur, en merkte op dat Teotihuacan residentiële complexen huizen waren met kamers en altaren in het centrum; de gevonden residentie wordt op deze manier gepresenteerd, met een altaar met de figuur die de Godin van de Storm vertegenwoordigt.

De ontdekking vereiste bijna twee jaar studie en onderzoek. Edwin Román, directeur van het South Tikal Archaeological Project, benadrukte het belang van de vondst. Het toont de sociaal-politieke en culturele interactie aan tussen de Maya's van Tikal en de Teotihuacan-elite tussen 300 en 500 na Christus.