Wetenschappers hebben de laatste momenten van een massieve ster waargenomen voordat deze explodeerde in een supernova, wat ongekende inzichten biedt in de evolutie van sterren. De baanbrekende studie, gepubliceerd op 20 augustus 2025 in het tijdschrift Nature, beschrijft de supernova met de aanduiding SN 2021yfj.
SN 2021yfj werd in september 2021 ontdekt door de Zwicky Transient Facility (ZTF), een project dat wordt ondersteund door de National Science Foundation (NSF). Deze supernova bevindt zich op ongeveer 2,2 miljard lichtjaar van de Aarde. In tegenstelling tot typische supernovae, vertoonde SN 2021yfj een chemische samenstelling die gedomineerd werd door zwaardere elementen zoals silicium, zwavel en argon. Dit suggereert dat de progenitorster zijn buitenste waterstof- en heliumlagen heeft afgestoten, waardoor de binnenste, met silicium en zwavel verrijkte lagen bloot kwamen te liggen voor zijn explosieve dood.
Steve Schulze, hoofdauteur en onderzoeksmedewerker aan Northwestern University's CIERA, beschreef het als het zien van een ster die "in essentie gestript was tot op het bot". Dit biedt direct bewijs van de theoretisch veronderstelde interne gelaagde structuur van massieve sterren. Adam Miller, een senior auteur en assistent-professor aan Northwestern, verklaarde dat de gebeurtenis "letterlijk niets lijkt op wat iemand ooit eerder heeft gezien", en dat deze waarnemingen bestaande theorieën over stellaire evolutie uitdagen.
De ontdekking was een samenwerking tussen ZTF en de W.M. Keck Observatory op Hawaï, een faciliteit die aanzienlijke steun ontvangt van de National Science Foundation voor astronomisch onderzoek. De Zwicky Transient Facility, opgericht in 2017, heeft een cruciale rol gespeeld in het catalogiseren van meer dan 10.000 supernovae. Dit project dient als prototype voor de Vera C. Rubin Observatory, die naar verwachting in 2025 volledig operationeel zal zijn en tien keer zoveel gegevens zal verzamelen als ZTF.
De National Science Foundation financiert ook onderzoek dat de oorsprong en evolutie van het heelal, donkere materie en donkere energie bestudeert, en ondersteunt de ontwikkeling van instrumentatie voor astronomisch onderzoek. Dit onderzoek biedt waardevolle inzichten in supernova-processen en de interne structuren van massieve sterren, en draagt aanzienlijk bij aan het begrip van stellaire levenscycli en de chemische verrijking van sterrenstelsels.