Arctische Luchtstroom Veroorzaakt Extreme Kou en Sneeuwval in de Pyreneeën

Een significante instroom van Arctische lucht bereikte op vrijdag 21 november 2025 zijn piekintensiteit, wat resulteerde in een periode van extreme kou en substantiële sneeuwval, voornamelijk geconcentreerd in het Pyreneeën-gebergte. Deze meteorologische gebeurtenis markeerde een scherpe afwijking van de voorgaande mildere weersomstandigheden in delen van Europa. De oorzaak lag in een blokkerend Hoog boven Groenland en de Noord-Atlantische Oceaan, dat de gebruikelijke westelijke stroming verzwakte en een onbelemmerd pad voor de koude lucht naar het zuiden opende. Meteorologische analyse wees uit dat de koude luchtmassa zich vanuit Scandinavië en Noord-Rusland verspreidde over West- en Zuidwest-Europa, met een impact die Iberië en Noordwest-Afrika tegen het midden van de week zou bereiken.

De ernst van de koude-uitbraak werd bevestigd door temperatuurmetingen in de Pyreneeën. Op 2.500 meter hoogte bereikten de hoogste temperaturen tijdens de piek van de gebeurtenis nauwelijks -13°C tot -14°C. Dit koudeniveau is opmerkelijk, aangezien de Pyreneeën sinds februari 2023 geen dergelijke temperaturen meer hebben geregistreerd. De Spaanse meteorologische dienst Aemet had vooraf gewaarschuwd voor een scherpe temperatuurdaling, met zwaardere vorst verwacht in de Pyreneeën en andere noordelijke berggebieden. Dit koudefront stond in schril contrast met de warmte die elders in Europa heerste, waar temperaturen in Oost-Europa en de Balkan lokaal boven de 20°C konden uitkomen.

De windomstandigheden waren eveneens extreem, met stormkrachtwinden die snelheden van meer dan 100 km/u bereikten op locaties zoals Ulldeter en Portbou. Deze krachtige wind, gecombineerd met de neerslag, veroorzaakte tot zaterdagmiddag sneeuwstormachtige condities in de hoge Pyreneeën en het noordelijke deel van de Alt Empordà. De wind in de hoge Pyreneeën benaderde lokaal 100 knopen op het 500 mbar-niveau, wat de verspreiding van de koude lucht naar het zuiden faciliteerde. De neerslag die gepaard ging met de Arctische luchtstroom leidde tot wijdverspreide verse sneeuwval. Op middelbare en hoge hoogten viel tussen de 8 en 15 centimeter sneeuw, met lokale accumulaties die 20 tot 30 centimeter boven de 2.400 meter overschreden.

Op de noordhellingen van de Pyreneeën, inclusief de Vall d'Aran en delen van de Franse Pyreneeën, werden accumulaties van 30 cm gemeld, met uitschieters tot 38 centimeter in Certascan (Pallars Sobirà) boven de 2.400 meter. Deze vroege en zware sneeuwval bood een welkome ontwikkeling voor de lokale ski-industrie ter voorbereiding op de seizoensopening rond het Onbevlekte Ontvangenis-weekend. De intensiteit van de Arctische indringing nam na zaterdag af. Een warm front vanuit de Atlantische Oceaan veroorzaakte op zondag neerslag in de Pyreneeën, zij het met een aanzienlijk hogere sneeuwgrens van boven de 1.500 meter. Deze atmosferische verschuiving beëindigde de meest extreme kou, aangezien mildere westenwinden de maximale temperaturen op het zuidelijke Iberisch Schiereiland richting de 20°C stuwden.