Een recente, nog niet peer-reviewed studie van Dr. Max Rempel, oprichter en CEO van de DNA Resonance Research Foundation, heeft de wetenschappelijke gemeenschap opgeschrikt met de hypothese dat buitenaardse entiteiten genen zouden kunnen hebben ingebracht in het menselijk genoom. De studie analyseerde DNA-samples van 581 families, waaronder gegevens van het '1000 Genomes Project' en die van personen die beweren te zijn ontvoerd door aliens. Hierin werden 'grote sequenties' van DNA geïdentificeerd in elf families die niet overeenkwamen met het genetisch materiaal van beide ouders.
Verdere analyse van 23andMe-gegevens van zelfverklaarde ontvoerden onthulde eveneens niet-ouderlijke genetische markers bij 348 gevallen. Dr. Rempel benadrukt echter de voorlopige aard van deze bevindingen en de noodzaak van kwalitatief betere datasets, vrij van artefacten die ontstaan door celkweek. Hij suggereert dat deze bevindingen, indien bevestigd, zouden kunnen leiden tot de identificatie van mensen die buitenaards DNA dragen, en mogelijk zelfs 'hybriden'.
De studie plaatst deze claim in de context van bekende genetische processen zoals Horizontale Genoverdracht (HGT), een fenomeen waarbij genen tussen organismen worden uitgewisseld. Hoewel HGT een erkend proces is, met name bij bacteriën, en ook bij mensen is gedocumenterd via bijvoorbeeld de darmflora, is het nog nooit in verband gebracht met een buitenaardse oorsprong. Wetenschappers benadrukken dat buitengewone claims robuust, reproduceerbaar en peer-reviewed bewijs vereisen om serieus genomen te worden binnen de gevestigde wetenschap.
De implicaties van dergelijk onderzoek, zelfs in dit vroege stadium, reiken verder dan puur genetische vraagstukken. Het raakt aan de menselijke fascinatie voor het onbekende en de potentie van leven buiten onze planeet. De studie van Dr. Rempel nodigt uit tot een bredere reflectie op onze plaats in het universum en de oorsprong van onze biologie, en herinnert ons eraan dat de grenzen van onze kennis voortdurend worden uitgedaagd.