In tegenstelling tot het bekende blauw, hadden de oeroude oceanen van de aarde mogelijk verschillende tinten, waaronder groen, violet of zelfs roze. Deze theorieën komen voort uit onderzoek naar het Archeïsche tijdperk, dat miljarden jaren teruggaat. De kleurvariaties worden toegeschreven aan de unieke chemische samenstelling van het water en de aanwezigheid van vroege fotosynthetische organismen.
De Groene Oceaan Theorie
Tijdens het Archeïcum (4 tot 2,5 miljard jaar geleden) waren de oceanen rijk aan opgelost ijzer. Volgens een studie van de Nagoya Universiteit in Japan filterden hoge niveaus van ferro-ijzer in de oceanen veel van het rode en blauwe licht eruit, waardoor groen de dominante kleur werd. Cyanobacteriën, die in deze omstandigheden floreerden, ontwikkelden gespecialiseerde pigmenten, fyco-bilinen genaamd, om efficiënt groen licht te absorberen.
De Violet/Paarse Oceaan Hypothese
De 'Paarse Aarde hypothese' suggereert dat vroege levensvormen mogelijk retinal, een eenvoudiger molecuul dan chlorofyl, gebruikten voor fotosynthese. Retinal absorbeert groen licht en reflecteert rood en blauw, waardoor de oceanen mogelijk een paarse of violette uitstraling kregen. Deze organismen zouden ouder kunnen zijn dan het ontstaan van leven op basis van chlorofyl.
De Roze Oceaan Suggestie
Gefossiliseerd chlorofyl dat in cyanobacteriën uit de Sahara-woestijn werd gevonden, was donkerrood en paars in zijn geconcentreerde vorm. Verdund met water kon dit pigment een roze tint aan de vroege oceanen van de aarde geven. Deze cyanobacteriën floreerden meer dan 650 miljoen jaar geleden en domineerden de oceanen van de aarde.
Het begrijpen van de kleuren van oude oceanen biedt inzicht in de vroege evolutie van het leven en de omstandigheden die onze planeet hebben gevormd. Deze studies bieden een nieuw perspectief op hoe het leven zich niet alleen aanpast aan zijn omgeving, maar ook actief bijdraagt aan het vormgeven ervan.