Dravidische talen: Oorsprong en kenmerken

Bewerkt door: Anna 🌎 Krasko

De Dravidische taalfamilie, een belangrijke taalgroep, wordt verondersteld te zijn ontstaan uit een proto-Dravidische taal die duizenden jaren geleden bestond, mogelijk tijdens de Indusvallei-beschaving. Deze theorie, ondersteund door taalkundigen als VI Subramaniam, Bhadriraju Krishnamurti, KK Gowda en Robert Caldwell, suggereert dat alle Dravidische talen een gemeenschappelijke voorouder delen. Na de ondergang van de Indusvallei-beschaving en daaropvolgende migraties, divergeerden deze talen. Een tak van deze proto-taal evolueerde tot Brahui, dat nog steeds wordt gesproken in het huidige Pakistan. Ajith Kanna benadrukt de connectie tussen Brahui en Zuid-Indiase talen, en merkt hun gemeenschappelijke kenmerk op van het ontbreken van grammaticale geslachten, waarbij werkwoorden onveranderd blijven ongeacht het geslacht van het voornaamwoord. Dravidische talen vertonen duidelijke kenmerken in vergelijking met Indo-Arische talen. Met name woorden voor lichaamsdelen en getallen vertonen consistentie in de Dravidische familie. Tamil wordt geacht meer kenmerken van de proto-Dravidische taal te hebben behouden, terwijl Kannada zich gemakkelijker heeft aangepast aan veranderingen. Historici benadrukken dat de leeftijd van een taal minder belangrijk is dan de evolutie ervan van een gemeenschappelijke voorouder. De evolutie van scripts en schrijfmateriaal beïnvloedde ook de ontwikkeling van woorden. Zo veranderde de letter "zha" in vroege Kannada-scripts door schrijfbegrenzingen. In Kerala leidde de praktijk van het schrijven op kokosbladeren tot de ontwikkeling van afgeronde lettervormen.

Bronnen

  • Newslaundry

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.