Een nieuwe studie van de Universiteit van Kansas onthult dat denken een sociaal geconstrueerd proces is in klaslokalen. Het onderzoek van assistent-professor Min-Young Kim benadrukt het belang van interacties tussen leerlingen en docenten.
De studie, die zich richt op een achtste klas Engels die Longfellow's "The Witnesses" analyseert, observeerde hoe leerlingen het materiaal actief interpreteren en erover nadenken. Het gebruik van zinsneden als "hardop denken" door de leraar moedigde leerlingen aan om hun cognitieve processen te externaliseren.
Kim's onderzoek introduceert het concept van "taalgebruik", dat verbale en non-verbale signalen omvat. Dit omvat gebaren en gezichtsuitdrukkingen. Deze benadering benadrukt hoe leerlingen en docenten samen cognitieve benaderingen construeren door middel van gecoördineerde communicatie.
De strategische vragen van de leraar moedigden metacognitieve reflectie aan, waardoor leerlingen werden aangespoord om hun redenering uit te leggen. Dit bevorderde een klassencultuur waarin het denken rigoureus werd onderzocht en verfijnd.
De studie onderstreept het belang van het waarderen van de bijdragen van leerlingen. De leraar bevestigde en breidde de ideeën van leerlingen uit, waardoor een collaboratieve leeromgeving werd gecultiveerd. Deze inclusieve aanpak bevorderde gedeeld eigenaarschap van cognitieve producten.
Dit onderzoek suggereert dat docenten hun pedagogische strategieën moeten heroverwegen. Door actieve deelname aan het construeren van denken te bevorderen, kunnen klaslokalen incubators worden voor diepere betrokkenheid en kritische reflectie.
De bevindingen sluiten aan bij theorieën over belichaamde cognitie en gedistribueerde intelligentie. De rol van de leraar verschuift van het overbrengen van kennis naar het orkestreren van interactieve cognitieve omgevingen.